0
0
Het Louvre stelde afgelopen voorjaar als eerste grote westerse museum zijn collectie tentoon in de Iraanse hoofdstad Teheran. Het Drents Museum volgt het Parijse museum op. Vanaf 2 oktober mag het als eerste Nederlandse museum zijn verzameling in Iran tonen.
“We zijn er heel trots op dat onze bijzondere collectie voor het eerst in het Midden-Oosten te zien gaat zijn”, zegt directeur Harry Tupan van het Drents Museum. “Ik zie het als een hoogtepunt in onze lange tentoonstellingsgeschiedenis.” De collectie van het Drents Museum is sinds 1854 uitgegroeid tot een van de voornaamste in Nederland.
Maar liefst 320 voorwerpen uit de collectie gaan de reis naar Iran maken. De conservatoren hebben een selectie gemaakt uit de collecties archeologie, art nouveau en art deco en schilderkunst. Een groot deel van de voorwerpen die naar Iran gaan, waren nog niet eerder buiten Nederland te zien. Zo gaan er meerdere Drentse schilderijen voor het eerst naar het buitenland, onder meer werk van George Lourens Kiers, Egbert van Drielst en Julius van de Sande Bakhuyzen.
Het National Museum of Iran is nog wel het meest geïnteresseerd in de archeologische voorwerpen uit Drenthe. Een veenlijk mag daarom absoluut niet ontbreken in de tentoonstelling. De man van Exloërmond, een veenlijk dat in 1914 werd gevonden, laat Iran kennis maken met de Drenten van een paar eeuwen vóór onze jaartelling. Ook gaan er diverse vuurstenen, aardewerk en middeleeuwse sieraden naar Teheran.
De tentoonstelling in Teheran is tot stand gekomen door de samenwerking tussen het Drents Museum en het National Museum of Iran. Die zorgde er al voor dat archeologische objecten uit Iran nu in Assen te zien zijn. In de expositie Iran – Bakermat van de beschaving staat nog tot en met 18 november het verhaal van de duizenden jaren oude beschaving van Iran centraal.
Zie ook: Bazaar in Drents Museum toont andere kant van Iran
