De Nederlandse musea kregen in 2017 samen 31 miljoen bezoekers over de vloer. Dat is bijna 0,7 procent meer dan het jaar ervoor. Dit blijkt uit Museumcijfers, een jaarlijks onderzoek van de Museumvereniging naar trends onder de ruim 435 aangesloten musea.
De afgelopen vier jaar is het aantal museumbezoeken met dertig procent gestegen. Het aantal Museumkaarthouders steeg in diezelfde tijd met 35 procent. Zij brachten samen 8,7 miljoen museumbezoeken, wat 62 miljoen euro aan inkomsten voor musea opleverde (25 procent van de entreeopbrengsten).
Jongeren tot en met achttien jaar zijn goed voor bijna 1 op de 5 bezoeken en daar is volgens de Museumvereniging nog groei zichtbaar. Het aantal bezoeken in die doelgroep steeg in 2017 met 115.000. De musea waren ook interessant voor mensen uit het buitenland: dertig procent van de bezoekers was afkomstig uit een ander land.
Uit het onderzoek blijkt verder dat de musea voor het eerst zelf meer verdienen dan zij aan subsidies ontvangen. Het is wel zo dat vooral de grote musea voor dit positieve financiële beeld zorgen. Van de middelgrote en kleine schrijven respectievelijk 42 en 48% rode cijfers.
“Deze middelgrote en kleine musea hebben behoefte aan gerichte dijkverzwaring en herstel of versterking van financiële betrokkenheid van subsidiënten”, schrijft de Museumvereniging in het rapport. “De politiek moet goed nadenken en goed kijken waar extra impulsen het hardst nodig zijn en musea uit de gevarenzone kunnen komen.”