In een grote tentoonstelling over Maria van Gelre in Museum Het Valkhof is straks een voorheen onbekende miniatuur te zien. Deze dook op tijdens het uitvoerige wetenschappelijk onderzoek naar het leven van deze middeleeuwse hertogin.
De miniatuur, een voorstelling van de Aanbidding der herders, is in dezelfde werkplaats gemaakt als Maria’s gebedenboek, dat ook een plek krijgt in de expositie, die op 13 oktober opent in Nijmegen. Het blad is afkomstig uit een verder verloren gegaan getijdenboek en is thans in het bezit van een particuliere verzamelaar.
Volgens het museum is het hoogst uitzonderlijk dat een dergelijk blad opduikt. De miniatuur is voor het eerst publiekelijk te zien, naast vele andere objecten die niet eerder zijn tentoongesteld.
De ontdekking kwam aan het licht toen de eigenaar van het blad contact opnam met prof. dr. Johan Oosterman, hoogleraar Oudere Nederlandse Letterkunde aan de Faculteit der Letteren van de Radboud Universiteit. Hij is coördinator van het onderzoek naar Maria van Gelre en tevens gastconservator van de tentoonstelling. Dr. Miranda Bloem, ook verbonden aan de Radboud Universiteit, concludeerde vervolgens dat het werk uit de kring van handschriften rond het gebedenboek van Maria komt.
Het betreft een kleine groep handschriften die de brug vormt tussen de Franse en Noord-Nederlandse miniatuurschilderkunst en waarin Maria’s gebedenboek het centrale, en ook veruit het meest omvangrijke werk is. De ontdekking benadrukt het grote belang van de verluchters die Maria’s boek illustreerden, aldus Johan Oosterman. “Toen ik dit blad zag, was ik stomverbaasd. Het gebeurt maar heel af en toe dat er iets opduikt dat zo dicht bij Maria’s gebedenboek staat. Ik ben heel blij dat we het kunnen tonen. Het laat nog beter zien hoe de verluchters in dat boek werkten.”
Maria’s gebedenboek werd geschreven in een klooster en de verluchting (illustratie) is ontstaan in een stedelijke omgeving. De verluchters waren anonieme professionele schilders die op grond van stijlkenmerken worden aangeduid met de Passiemeester, de Temporalemeester en de Meesters van Maria van Gelre.
Dergelijke middeleeuwse verluchters organiseerden zich in kleine werkplaatsen waar meerdere schilders werkten in een overeenkomstige stijl. Het gebedenboek was mogelijk de meest prestigieuze opdracht voor hun werkplaats, maar zij leverden meer handschriften af.
Nog vier andere handschriften en miniaturen zijn bekend, waarvan deze voorheen onbekende miniatuur met de Aanbidding der herders de meest recente toevoeging is. Op de miniatuur knielt Maria voor haar pasgeboren zoon, terwijl achterin de stal de herders uit vreugde muziek spelen.
Ik, Maria van Gelre. De hertogin en haar uitzonderlijke gebedenboek is de eerste grote expositie over Maria van Gelre. Ze vertelt het levensverhaal van deze haast moderne, zelfbewuste middeleeuwse vorstin en ‘powervrouw’. Museum Het Valkhof noemt haar vanwege de vele parallellen de Máxima van de vijftiende eeuw.
Bezoekers volgen de levensreis van Maria van Gelre aan de hand van ruim 100 (kunst)objecten, waaronder vele artistieke topstukken uit internationale collecties. Een selectie van 40 gerestaureerde pagina’s uit haar omvangrijke gebedenboek vormt het hoogtepunt van de tentoonstelling. Het gebedenboek, dat wordt bewaard in de Staatsbibliothek zu Berlin, is een van de grootste middeleeuwse kunstschatten uit Nederland en was niet eerder in deze omvang te zien. Vanwege de kwetsbaarheid van de bladen toont het museum de selectie in twee delen van 20 pagina’s, die halverwege de expositie worden gewisseld.
Ik, Maria van Gelre. De hertogin en haar uitzonderlijke gebedenboek, 13 oktober 2018 t/m 6 januari 2019 in Museum Het Valkhof, Nijmegen