Een nieuwe tentoonstelling over Jan Sluijters. Die vanaf 17 november te zien is in Het Noordbrabants Museum, is de eerste die zich richt op diens vroege werk. Ze toont aan hoe de kunstenaar zich onder invloed van de nationale én internationale moderne kunst ontwikkelde tot een toonaangevend modernist.
Sluijters verbleef in 1906 een paar maanden in Parijs, destijds de hoofdstad van de moderne kunst. Daar kwam hij in aanraking met het fauvisme. Doordat hij die moderne en wilde invloeden in zijn schilderijen opnam, verloor hij zijn Prix de Rome-studiebeurs.
In Nederland verwerkte hij zijn Parijse ervaringen en gaf daarmee een impuls aan de ontwikkeling van de moderne kunst in Nederland. Samen met Piet Mondriaan en Leo Gestel vormde hij de voorhoede van het zinderende luminisme. Na een nieuw bezoek aan Parijs in 1911 volgde een productieve periode waarin hij experimenteerde met het kubisme. Vanaf 1914 zou Sluijters de avant-garde en het experiment gaandeweg achter zich laten.
Het Noordbrabants Museum toont naast het werk van Sluijters ook enkele kunstwerken van inspiratiebronnen en gelijkgestemden als Kees van Dongen, Georges Braque en Leo Gestel. Daarmee plaatst het zijn vroege werk in de context van de nationale en internationale moderne kunst. Van Sluijters zelf is een groot aantal kleurrijke schilderijen en tekeningen te zien. In totaal zijn er ongeveer 75 werken te zien.
Samen met Jheronimus Bosch en Vincent van Gogh is Jan Sluijters een van de drie kernkunstenaars van Het Noordbrabants Museum. Sluijters is geboren en getogen in ’s-Hertogenbosch en zette daar zijn eerste stappen in de richting van het kunstenaarschap.
Jan Sluijters. De wilde jaren, 17 november 2018 t/m 7 april 2019 in Het Noordbrabants Museum, ’s-Hertogenbosch