0
0
Niet minder dan honderdvijftig Rembrandts openden vorige week donderdag de tentoonstelling Alle Rembrandts in het Rijksmuseum. De naamgenoten van de grote meester zijn afkomstig uit alle windstreken van Nederland en variëren in de leeftijd van 11 maanden tot 75 jaar. Onder hen waren er zelfs vijf die ook dezelfde achternaam als Rembrandt hebben: van Rijn.
Het Rijksmuseum toont voor het eerst in zijn geschiedenis zijn hele collectie Rembrandts. Met topstukken als De Nachtwacht, Marten & Oopjen, Het Joodse Bruidje en De Staalmeesters, beheert het Rijksmuseum de grootste collectie Rembrandt-schilderijen ter wereld. In totaal bezit het museum 22 schilderijen. Verder bestaat de Rembrandt-collectie uit en 60 tekeningen en 1300 etsen. Uit de laatste categorie toont het Rijksmuseum overigens alleen de 300 beste en mooiste exemplaren.
De tentoonstelling belicht Rembrandts leven en werk aan de hand van thema’s. In het eerste deel staat Rembrandt als beginnend kunstenaar centraal. Daarin kijkt het publiek over zijn schouder mee in de spiegel.
In een ander deel maakt de bezoeker kennis met Rembrandts omgeving. In zijn jonge jaren oefende Rembrandt met het portretteren van zijn moeder, zijn familie en kennissen en later met zijn vrouw Saskia. Zelfs het ziekbed van zijn vrouw Saskia legde hij op indringende wijze vast. Ook de wereld om hem heen fascineerde hem. Van bedelaars en straatmuzikanten tot landlopers en acteurs; hij maakte talloze portretten van de mensen die hij tegenkwam.
Rembrandts verhalen komen aan bod in het laatste hoofdstuk van de tentoonstelling. Hierin zijn schilderijen als Isaac en Rebekka en Zelfportret als de apostel Paulus te zien.
Alle Rembrandts, t/m 10 juni in het Rijksmuseum, Amsterdam
