Het Rijksmuseum heeft goede zaken gedaan op de Tefaf. Zelf kocht het op de kunstbeurs een boek en een schilderij en van een particulier kreeg het museum twee beschilderde panelen.
Een particulier kocht op de Tefaf twee zestiende-eeuwse panelen met afbeeldingen van Pluto en Cerberus en Simson, die de deuren van Gaza draagt. De Haarlemse kunstenaar Maarten van Heemskerck (1498-1574) beschilderde ze rond 1555. De koper schonk de panelen aan het Rijksmuseum.
Oorspronkelijk behoorden deze twee panelen tot een groep van twaalf, de zogenaamde Twaalf sterke mannen. De volledige groep was onderverdeeld in vier groepen van drie, elk bestaand uit een voorstelling van een Griekse god, een Simson en een Hercules. Samen symboliseren de vier ensembles respectievelijk de triomf over de dood, de zonde, het geloof en het kwaad.
Na een veiling in 1946 werden de schilderijen van elkaar gescheiden. Het Rijksmuseum had er al vier en bezit er dankzij de schenker nu zes. De Yale University Art Gallery in New Haven heeft er vier en in het Allen Memorial Art Museum in Oberlin bevinden zich twee panelen.
Zelf kocht het Rijksmuseum het boek La fidelle ouverture de l’art de serrurier. Het betreft de vroegste gedrukte verhandeling die is gewijd aan de kunst van de slotenmaker. Auteur is Mathurin Jousse (1575-1645), een Franse meester-slotenmaker en architectuurtheoreticus. Het maken van sloten en sleutels was een geheim ambacht dat werd geleerd in de smidse.
De 65 afbeeldingen tonen rijk gedecoreerde sleutels en de mechanismen van sloten, maar ook de eerste rolstoel en zelfs protheses voor geamputeerde handen en benen. Deze technische handleidingen werden vaak opgebruikt of raakten uit de mode door nieuwe uitvindingen en zijn tegenwoordig buitengewoon zeldzaam. Het boek sluit aan bij de collectie sloten en sleutels in het Rijksmuseum.
Ook verwierf het museum een portret van graveur Joseph-Charles de Meulemeester door Joseph-François Ducq (1762-1829), uit 1813. Op het schilderij bevindt De Meulemeester zich in de Loggia van Rafaël in het Vaticaan. Hij was vastbesloten het hele oeuvre van Rafaël na te tekenen, en is hier bezig aan een tekening van een deel van het plafond boven hem. Het Rijksmuseum bezit een prent van De Meulemeester naar Rafaëls St. Cecilia.
De Meulemeester en Ducq maakten deel uit van een groep Zuid-Nederlandse kunstenaars die door de overheid naar Rome waren gestuurd om hun opleiding te voltooien en de Italiaanse meesterwerken te bestuderen. Het schilderij is, behalve een weergave van de werkzaamheden van een kunstenaar in Italië, ook een historisch document. Ducq heeft op de pilaar links in de schaduw in rode en bruine verf de namen genoteerd van alle Zuid-Nederlandse kunstenaars in Rome, met het jaar van hun aankomst.
Het Rijksmuseum bezat al werken van Noord-Nederlandse kunstenaars die ongeveer tegelijkertijd werden uitgezonden naar Rome. Maar had nog bijna geen werk van Zuid-Nederlandse kunstenaars die daar gelijktijdig waren. “Het portret van De Meulemeester biedt die gewenste schakel tussen Noord en Zuid.”
Lees ook: Tefaf, prachtig gevarieerd kunstfeest