Het Allard Pierson (voorheen Allard Pierson Museum) start deze maand met een verbouwing en een aanbouw. De verbouwing duurt tot december. Het Amsterdamse museum blijft open voor publiek.
Het huidige gebouw dateert uit 1869 en huisvestte oorspronkelijk het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank. Ontwerper Dick Elffers transformeerde het pand in een museum dat in 1976 de deuren opende. In 2010 werd de ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen al verdrievoudigd. Nu is het Allard Pierson toe aan een vernieuwing die voor meer toegankelijkheid zorgt.
Aan de zijde van het Turfdraagsterpad verrijst een transparante aanbouw van vier verdiepingen. In het nieuwe gebouw is straks ruimte voor presentaties en publiek. Belangrijk onderdeel van de vernieuwing is de gratis toegankelijke zone Allard Pierson Live waar ook de faculteiten van de Universiteit van Amsterdam (UvA) een podium krijgen. Daar kunnen bezoekers, conservatoren, vrijwilligers en studenten werken met archeologische, cartografische, theater- en muziekcollecties.
Het ontwerp is van Atelier PRO, eerder architect van de verbouwing van het naastgelegen pand dat sinds 2007 de Bijzondere Collecties van de UvA huisvest. Allard Pierson Museum en Bijzondere Collecties zijn begin dit jaar samengegaan onder één naam: Allard Pierson.
Het Allard Pierson krijgt er door de verbouwing 500 vierkante meter bij voor tentoonstellingen en 500 vierkante meter voor publieksruimtes. De vernieuwingen geven het gebouw een meer open karakter en zorgen voor een duidelijke verbinding met de openbare ruimte van de Oude Turfmarkt. De oorspronkelijke entree uit de tijd van De Nederlandsche Bank wordt hersteld door het tochtportaal tussen de metershoge deuren te verwijderen. Net als vroeger zullen die deuren tijdens openingstijden weer wijd openstaan.
De verzamelingen van het Allard Pierson variëren van Egyptische mummies, Grieks aardewerk, middeleeuwse manuscripten en zeventiende-eeuwse kaarten tot de recent verworven strips van Peter van Straaten en de archieven van Arnon Grunberg en Irma Boom. De oorsprong van de omvangrijke erfgoedverzameling van de UvA ligt bij de eerste stadsbibliotheek van Amsterdam. In de zeventiende eeuw werd deze bibliotheek onderdeel van het Athenaeum Illustre, de voorloper van de huidige universiteit. De erfgoedcollectie is een van de belangrijkste in Europa.
De culturele instelling dankt haar naam aan Allard Pierson (1831-1896), een van de meest vooruitstrevende denkers uit de negentiende eeuw. Hij werd geboren in een welvarend Amsterdams gezin en kreeg de kans zich breed te ontwikkelen. Op alle terreinen van de wetenschap was Allard Pierson wars van vastgeroeste ideeën. Van 1877 tot 1895 was hij de eerste hoogleraar kunstgeschiedenis, esthetica en moderne talen aan de Universiteit van Amsterdam.