Het drieluik 1, 2 en 3 uur onder mijn appelboom van herman de vries wordt na bijna 45 jaar blijvend herenigd. Stedelijk Museum Schiedam heeft twee werken aangekocht en krijgt een derde in langdurig bruikleen.
De kunstenaar maakte het drieluik in 1975. Het bestaat uit drie losse vellen met bladeren van één boom. De werken waren aan drie verschillende eigenaren verkocht. Het ensemble kon worden verenigd dankzij bijdragen van Vereniging Rembrandt en het Mondriaan Fonds.
De experts bij Vereniging Rembrandt hoefden niet lang na te denken. “De kans om dit sleutelwerk binnen het oeuvre van herman de vries weer compleet te krijgen en met iedereen te delen, is zo bijzonder dat wij graag bijdroegen”, zegt directeur Fusien Bijl de Vroe.
Deirdre Carasso, directeur van Stedelijk Museum Schiedam is verheugd. “We konden het drieluik in 2014 tijdelijk herenigen voor de overzichtstentoonstelling van herman de vries. Dat het nu in onze collectie voor altijd bij elkaar bewaard blijft, is geweldig.’
1, 2 en 3 uur onder mijn appelboom is de vries’ eerste werk waarbij processen in de natuur de compositie bepalen. De bladeren komen van één boom in de tuin van de kunstenaar. Ze zijn precies op het vel geplakt zoals ze vielen en zien er allemaal anders uit. Dat heeft te maken licht, voeding en de windrichting. Zoals de titel verraadt, vielen de blaadjes in respectievelijk één, twee en drie uur.
Aan de hereniging ging een zoektocht vooraf. Na het overlijden van de eigenaar leek 2 uur onder mijn appelboom enige tijd onvindbaar. Begin dit jaar kwam het museum in contact met de nabestaanden en kon het het werk aankopen. Om het ensemble compleet te maken was de eigenaar van 3 uur onder mijn appelboom ook tot verkoop bereid. 1 uur onder mijn appelboom is in bezit van een particulier, die het werk in langdurig bruikleen geeft. Later wordt bruikleen omgezet in een schenking.
In de kunst van herman de vries (de kunstenaar schrijft zijn naam met kleine letters) speelt toeval een grote rol. Stedelijk Museum Schiedam bezit daar meer voorbeelden van. In de collectie bevinden zich verder een groot aantal aard- en asuitwrijvingen uit 2002, de monumentale ruimtelijke toevalsstructuur uit 1965 en het reliëf toevalsstructuur 1966/40. Dat laatste werk is een langdurige bruikleen van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.