De Arend, Hondekop en Buffel in het Spoorwegmuseum krijgen vandaag gezelschap van de Kameel. Deze opvallende trein rijdt later vanmiddag na een laatste reis het museumstation binnen.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Queen – de band, niet de Britse koningin – reisde ooit met deze trein naar een concert. Op zijn slotrit vervoert de Kameel minder bekende passagiers, zoals journalisten en andere genodigden. Wie plaatsneemt in het rijtuig voelt zich echter wel snel een vip. Geen ‘gewone’ stoelen hier, maar een lekkere loungebank en een ruime vergadertafel.
De Kameel is dan ook nooit bedoeld als passagierstrein; hij werd in 1954 speciaal gebouwd als inspectierijtuig voor de directie van NS. Die kon hiermee de herstelwerkzaamheden van het spoor tijdens de wederopbouwperiode controleren.
Officieel heet de trein NS 20, maar dat bekt toch minder lekker dan de bijnaam Kameel. Die dankt het voertuig aan de twee machinistencabines op het dak, twee ‘bulten’ dus. Reizigers kunnen onderin genieten van een uitzicht dat in de meeste treinen alleen is voorbehouden aan machinisten.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
En het is een indrukwekkend uitzicht. Zittend op de wel zeer comfortabele bank zien we het spoor onder ons door glijden. Door het raam voor ons kijken we uit over het landschap dat van alle kanten op ons afkomt. Ik zie opeens de aantrekkelijkheid van het vak van machinist in.
Dankzij zijn opvallende verschijning was de trein in het verleden een gewild vervoersmiddel. In de jaren 70 verhuurde de NS de Kameel als vip-koets voor gezelschappen. In die hoedanigheid maakte hij ritten door binnen- en buitenland. In 1976 kreeg hij een rol in de 250ste uitzending van het muziekprogramma TopPop. Als TopPop-trein reed hij het land door, op elk station onthaald door een grote menigte.
Op station Rotterdam Centraal, waar de Kameel zijn eerste stop maakt, vangt hij ook veel nieuwsgierige blikken. Zodra de trein in het blikveld verschijnt, komen camera’s tevoorschijn, die de blauwe tweebultige trein vastleggen. Na aankomst blijft hij een tijdje staan, zodat wie dat wil ook binnen een kijkje kan nemen. Daarna vertrekt hij weer, op weg naar nog zeven andere stations.
De laatste halte is het Utrechtse station Mailiebaan, dat bij het Spoorwegmuseum hoort. Daar neemt hij straks zijn plek als museumstuk in. Een terechte plek, want hij is er bijzonder genoeg voor.