Het Mauritshuis heeft drie allegorische schilderijen van Nicolaes Berchem gekocht. Daarmee heeft het nu de door die kunstenaar geschilderde vier seizoenen compleet. Sinds 1992 bezat het Allegorie op de Zomer.
De Haarlemse schilder Nicolaes Berchem (1621/22-1683) maakte deze serie rond 1670 voor een Amsterdams grachtenpand. De reeks viel eind negentiende eeuw uit elkaar, maar is nu weer herenigd.
“Het was een buitenkans om de seizoenenreeks van Berchem in één keer weer compleet te kunnen maken”, vertelt directeur Emilie Gordenker. “De serie is gemaakt om te tonen boven deuren en zo gaan we de werken in het museum uiteindelijk ook weer laten zien. Zonder de steun van de BankGiro Loterij en de Vereniging Rembrandt was deze aankoop nooit mogelijk geweest.”
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Op elk schilderij is een medaillon te zien met de personificatie van het seizoen zittend op een zegewagen, die door bijpassende dieren in een optocht wordt voortgetrokken. Lente, Zomer en Herfst worden gesymboliseerd door respectievelijk Flora, de Romeinse godin van het voorjaar, Ceres, godin van het graan en de oogst en Bacchus, god van de wijn. Op De Winter staat geen antieke god of godin afgebeeld maar een oude man.
Op elk stuk verbinden figuren en symbolen het seizoen met een van de vier elementen: lente met lucht; zomer met vuur; herfst met aarde en winter met water. De vier composities zitten ingenieus in elkaar, aldus het Mauritshuis. “Doordat de figuren op speelse wijze met elkaar zijn verbonden, lijkt alles in beweging.”
De seizoenenreeks is afkomstig uit het Amsterdamse woonhuis van Herman van Swoll (1632-1698), een vermogende handelaar in onroerend goed. Voor zijn nieuwe huis aan de Herengracht bestelde Van Swoll deze vier schilderijen als bovendeurstukken.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Een jaar na zijn dood werd de reeks geveild. De vier schilderijen bleven lange tijd bij elkaar, maar raakten aan het eind van de negentiende eeuw uit elkaar. De Lente bleef altijd in particulier bezit. De Zomer was in de jaren 1920 en 1930 afwisselend bij kunsthandelaren in Zwitserland en Nederland. In 1934 maakte het schilderij deel uit van een door kunsthandel D. Katz georganiseerde tentoonstelling in Arnhem, als eigendom van een anonieme verzamelaar.
In 1944 kwam het terecht op een veiling in Den Haag, waar het werd aangekocht voor het Führermuseum in Linz. Na de oorlog kwam De Zomer terug naar Nederland en uiteindelijk kwam het in bezit van het Mauritshuis.
De Herfst en De Winter zijn altijd als paar bij elkaar gebleven. Ze kwamen in 1990 in bezit van de verzamelaar Eric Albada Jelgersma, die in 2013 ook De Lente wist te bemachtigen. Na diens overlijden werden de drie Berchems eind vorig jaar aan het Mauritshuis te koop aangeboden.
De vier herenigde werken vullen elkaar aan en vormen een uniek ensemble, dat nu weer volledig tot zijn recht komt, aldus het Mauritshuis. De complete reeks laat zien hoe gefortuneerde verzamelaars omstreeks 1670 hun woonhuizen versierden met kleurrijke voorstellingen vol mythologische figuren en symboliek. Daarom is de reeks goed op zijn plek in het Mauritshuis, dat is gevestigd in een zeventiende-eeuws pand. De vier seizoenen van Berchem zijn vanaf vandaag te zien in de Potterzaal. Het is de bedoeling ze uiteindelijk te tonen zoals ze zijn bedoeld, namelijk als bovendeurstukken.