Pieter Bruegel de Oude staat dit jaar volop in de belangstelling in Vlaanderen en Brussel. De 450ste sterfdag van de beroemde kunstenaar was aanleiding voor het Bruegeljaar. Verschillende musea besteden extra aandacht aan de schilder en in mindere mate aan zijn nakomelingen.
Tekst, foto’s en video: Evert-Jan Pol
Maar hoe luidde zijn achternaam eigenlijk? Is het Bruegel, Brueghel of toch Breughel? Al deze varianten komen voor in de familie. Pieter werd niet geboren met de achternaam Bruegel; die koos hij zelf, als verwijzing naar zijn geboortedorp Breugel. Zijn twee zonen Pieter en Jan maakten er Brueghel van (met h dus). De derde generatie wisselde vervolgens de u en de e om en schreef Breughel, wat in onze moderne ogen logischer lijkt.
Pieter Bruegel de Oude schilderde graag levendige taferelen, waarop veel te zien is. Rijke mensen beeldde hij nauwelijks af; hij gaf de voorkeur aan boeren en burgers. Latere kunsthistorici noemden hem daarom ook wel Boerenbruegel. Zelfs als hij een bijbels thema aansneed, zocht hij het vaak dichtbij huis. Volkstelling te Bethlehem bijvoorbeeld, gaat over een gebeurtenis uit het Nieuwe Testament, maar speelt zich af in een Brabants dorp. Dit werk hangt in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België in Brussel, net als een ander winters werk: Winterlandschap met schaatsers en vogelknip.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Heel bekend is zijn werk Dulle Griet, dat qua stijl lijkt op schilderijen van Jheronimus Bosch, vol vreemde wezens uit de hel. De hoofdpersoon, een stoere vrouw, is voor de duivel niet bang. Het stuk uit Museum Mayer van den Bergh is zó beroemd dat het titelpersonage zelfs de hoofdrol kreeg toebedeeld in een Suske en Wiske-album: De dulle griet.
In het schilderij zijn ook enkele spreekwoorden te ontdekken, waaronder Ze zou de duivel op een kussen binden, ofwel ‘ze weet met elke man raad’. Bruegel beeldde wel vaker spreekwoorden uit. Het schilderij Nederlandse Spreekwoorden, uit 1559, bevat er zelfs minstens 125. Sommige zijn niet meer gangbaar, zoals Uit hetzelfde gat schijten (onafscheidelijk zijn). Andere gebruiken we nu nog steeds: Achter het net vissen bijvoorbeeld (een kans missen).
Voordat hij naam maakte als kunstenaar ging hij in de leer bij Pieter Coecke van Aelst en diens echtgenote Mayken Verhulst. Laatstgenoemde was in haar tijd een van de belangrijkste vrouwelijke kunstenaars in de Nederlanden. Zij maakte miniatuurschilderijen. Later zou zij haar kleinzoons Jan en Pieter Brueghel onderrichten. Inderdaad: Pieter Bruegel de Oude trouwde met haar dochter, Mayken Coecke.
In het Snijders&Rockoxhuis in Antwerpen staat een beeltenis van Mayken Verhulst, of eigenlijk een afgietsel. Het origineel van beeldhouwer Alexandra Cool bestaat al niet meer. Zij boetseerde namelijk in ruwe klei een levensgroot beeld, waarin ze bloemzaadjes verwerkte. Het verging langzaam, waarna er uiteindelijk een bloemenveldje overbleef. Volgens Cool was Verhulst als een zaadje dat een hele lijn van kunstschilders voortbracht. Zij was namelijk een directe voorouder van onder anderen Pieter Brueghel de Jonge, Jan Brueghel de Oude, Jan Brueghel de Jonge, Jan van Kessel, diens zoons Jan en Ferdinand, en David Teniers III en IV.
Van de zoons van Pieter Bruegel de Oude was Jan de meest getalenteerde (broer Pieter kopieerde vooral het werk van zijn vader). Jan geldt als uitvinder van het bloemstilleven. Ook tekende en schilderde hij veel landschappen en rivier- en dorpsgezichten. In navolging van zijn vader vulde hij die vaak met veel figuren. In het Snijders&Rockoxhuis is nu een grote tentoonstelling van zijn tekeningen te zien.
(Tekst gaat verder onder de foto’s en video)
Pieter Bruegel de Oude zelf staat centraal in enkele andere exposities, waarvan Bruegel in zwart en wit in KBR (Koninklijke Bibliotheek van België) in Brussel benoemenswaardig is. Hierin staan de prenten van de schilder centraal. En in de Hallepoort in dezelfde stad stappen bezoekers met een virtual reality-bril op de wereld van Bruegel binnen. Zijn schilderijen komen er tot leven, wat ook gebeurt in het evenement Beyond Bruegel in het Dynastiepaleis. In de laatste zaal wordt de bezoeker ondergedompeld in de schilderijen. Kijk niet gek op als je opeens met twee benen in de hel staat.
Wie van Bruegel houdt, kan de rest van dit jaar nog even afreizen naar Brussel of Antwerpen. Zijn kunst is daar niet te missen. En zelfs het eten staat niet zelden in het teken van een van Vlaanderens beroemdste schilders.
Bruegeljaar 2019, nog de rest van het jaar in Vlaanderen en Brussel, België
Dit verhaal is geschreven naar aanleiding van een persreis naar Brussel en Antwerpen, verzorgd door Visit Flanders en NS Internationaal.
Lees ook: De zwart-witwereld van Pier den Drol
Lees ook: Madonna, Dulle Griet en spannende contrasten
Lees ook: Jan Brueghel I was een uitmuntend tekenaar