Recensie
“Oh my God, you are here!” De directeur van Toerisme Vlaanderen verwijst met deze uitspraak naar de opvallende naam van het Van Eyck-jaar in Gent: OMG! Van Eyck was here. Museum voor Schone Kunsten Gent trapt het themajaar af met de grootste Van Eyck-tentoonstelling ooit.
Tekst: Evert-Jan Pol
Dat een vertegenwoordiger van het Vlaams toerismebureau de massaal toegestroomde buitenlandse journalisten toespreekt tijdens de persvoorbezichtiging zegt wat over de verwachtingen van Gent. De stad rekent erop dat de expositie een grote toeristische attractie wordt. En daar kan het weleens gelijk in krijgen. Van Eyck – Een optische revolutie is niets minder dan fantastisch.
Jan van Eyck is lichtelijk een mysterie. Wanneer hij precies ter wereld kwam, is niet bekend. Waarschijnlijk ligt zijn geboortejaar tussen 1390 en 1400 (en hij overleed in 1441). De plaats van zijn wieg is evenmin duidelijk. Deskundigen vermoeden Maaseik, maar zeker is dat niet.
Dat hij uit Belgisch Limburg kwam, is wel aannemelijk. Uit zijn handschriften zou dat blijken. Hij gebruikte namelijk woorden die daar destijds gebezigd werden, zoals augen (ogen).
Hoe waarheidsgetrouw is de naam van het themajaar eigenlijk? Volgens een gids die een groepje Nederlandse journalisten door Brugge rondleidt, valt daar het een en ander op af te dingen. Uit documenten blijkt niet dat hij langere tijd doorbracht in Gent. In Brugge daarentegen woonde de kunstenaar zeker tien jaar. OMG! Van Eyck was in Bruges.
Dezelfde gids weet te vertellen dat er ook discussie bestaat over de ontstaansplek van Van Eycks beroemdste werk: Aanbidding van het Lam Gods. Dat is te bewonderen in de Sint-Baafskathedraal in Gent. Enkele panelen zijn onderdeel van de tentoonstelling.
Sommige historici betwijfelen of hij dat meerluik wel in Gent heeft geschilderd. Het stamt uit 1432 en in die tijd woonde Van Eyck in Brugge. Het is goed voor te stellen dat de schilder de reis van Brugge naar Gent niet heel geregeld wilde maken. Tegenwoordig brengt de trein je in een half uur van de ene naar de andere stad, maar in die tijd was een reiziger al snel een dag bezig. De Brugse rondleider gaat er daarom vanuit dat Het Lam Gods in zijn stad ontstond. Al is hij natuurlijk enigszins bevooroordeeld.
Maakt het veel uit waar Van Eyck zijn tijd doorbracht? Nee, natuurlijk niet. Het gaat om zijn werk, en dat is magnifiek. Daar kan weinig discussie over bestaan.
De kunstenaar was een pionier. Hij was de eerste die landschappen en stadsgezichten op de achtergrond schilderde. Die overigens niet altijd thuishoorden op de plek waar de voorstelling zich afspeelde. De Utrechtse Domtoren komt bijvoorbeeld niet in de Bijbel voor, maar prijkt wel op het centrale paneel van Het Lam Gods.
Ook was hij de eerste die mensen driekwart profiel portretteerde. Alle schilders vóór hem legden hun modellen voornamelijk en profil vast. En stapt Adam daar uit zijn kader? Het lijkt er wel op. Van Eyck speelde ook al met composities.
Maar nee, hij was niet de uitvinder van olieverf; dat is een wijdverbreid misverstand. Die bestond al in de twaalfde eeuw. Wel perfectioneerde hij die. Je zou dus kunnen zeggen dat Jan van Eyck de grondlegger was van de olieverf zoals we die nu kennen.
En met die verf deed hij mooie dingen, blijkt uit de prachtige tentoonstelling in Gent. Zo was Van Eyck een ware meester in stofuitdrukking. Kijk bijvoorbeeld eens uitvoerig naar een buitenluik van De aanbidding van het Lam Gods, met daarop aartsengel Gabriël. De plooien in diens gewaad zijn magnifiek geschilderd. Het kledingstuk lijkt daardoor zo levensecht dat je het zo van het paneel zou kunnen plukken.
Op een binnenluik van datzelfde meesterwerk prijkt een portret van Elisabeth Borluut, die samen met haar man opdrachtgever was van het altaarstuk. Ze draagt een ogenschijnlijk linnen, niet kreukvrije hoofdkap. De aderen in haar linkerhand zijn zichtbaar, wat aangeeft dat Van Eyck oog voor detail had.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
De geportretteerde kijkt devoot naar voren, met haar handen tegen elkaar. Haar gezicht is bijzonder realistisch weergegeven. We zien hier een echte levende vrouw, met wallen onder haar ogen, rimpeltjes rond de mond en kuiltjes onder de neus en onderlip. Op haar hals zijn ook enkele rimpeltjes zichtbaar. Je gelooft direct dat mevrouw Borluut er echt zo uitzag.
En dan te bedenken dat menig kunstenaar in de middeleeuwen, en ook daarna niet altijd raad wist met het afbeelden van gezichten. Kinderen op schilderijen uit die periodes ogen niet zelden als volwassenen in een te klein lichaam. In het Gruuthuse in Brugge zag ik daar nog een goed voorbeeld van, uit omstreeks 1745. Op dat familieportret hadden alle geportretteerden hetzelfde gezicht, inclusief het jonge kindje.
Des te knap daarom dat Van Eyck zo’n drie eeuwen eerder mensen met zoveel detail wist uit te beelden. De schilder was zijn tijd duidelijk vooruit.
Hij was dan ook een voorbeeld voor schilders na hem. De in Brugge woonachtige Hans Memling (ca. 1430/40-1494) was bijvoorbeeld sterk door Van Eyck beïnvloed. En ook de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer (1471-1528) was geïnspireerd door zijn illustere voorganger. In de tentoonstelling hangt een schilderij dat het bezoek van Dürer aan Het Lam Gods illustreert.
Vele honderden jaren later spreekt Van Eycks werk nog steeds tot de verbeelding, getuige de grote journalistieke belangstelling uit binnen- en buitenland.
Er zijn zo’n dertig schilderijen van Jan van Eyck bekend – die hij deels maakte samen met zijn broer Hubert. Daarvan is ongeveer de helft te zien in de tentoonstelling. Samen met werk van anderen schetsen ze een compleet beeld van hem als kunstenaar én als inspirator. OMG! Van Eyck is in Gent, en het is fantastisch!
Van Eyck – Een optische revolutie, 1 februari t/m 30 april in Museum voor Schone Kunsten Gent, België
Waardering: @@@@@@@@@@
Lees ook: Boijmans leent Van Eyck voor het eerst uit
Dit verhaal is geschreven naar aanleiding van een persreis naar Gent en Brugge, verzorgd door Visit Flanders, Visit Gent en NS Internationaal.