De Nederlandse musea bereiden zich allemaal voor op de heropening op 1 juni of een dag later. Ze passen zich aan aan de nieuwe werkelijkheid, waarin anderhalve meter afstand van elkaar houden de norm is. Voor het ene museum is dat eenvoudiger dan voor het andere.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Sinds premier Rutte bevestigde dat de musea inderdaad de deuren weer mogen open per 1 juni, stromen de persberichten van de instellingen weer binnen op redacties van de pers. Daarin leggen ze uit hoe ze een bezoek op een verantwoorde manier mogelijk maken. Musea in een ruim opgezet gebouw hebben daar minder moeite mee dan kleinschaliger gehuisveste collega’s.
Maritiem Museum Rotterdam bijvoorbeeld, beschikt over een groot gebouw en ook nog eens een museumhaven. Net als allen andere musea laat het slechts een beperkt aantal bezoekers tegelijkertijd toe, zodat die ruim baan krijgen.
Het Spoorwegmuseum in Utrecht is gevestigd in een voormalig treinstation en heeft daarom over ruimte ook niet te klagen, zowel binnen als buiten. In het museum is duidelijk aangegeven hoe bezoekers anderhalve meter afstand kunnen houden tussen huishoudens. Ook treft het net als alle andere musea extra hygiënemaatregelen.
Design Museum Den Bosch is eveneens gevestigd in een ruim opgezet gebouw waar anderhalve meter afstand houden mogelijk is. Het museum laat vijftien bezoekers per half uur toe, zodat er geen ophopingen ontstaan. Een vaste looproute door het museum draagt daar nog eens aan bij. De nieuwe regels hebben ook gevolgen voor de tentoonstelling BodyDrift – Anatomies of the Future. Die bevat een aantal interactieve werken waarin bezoekers normaliter plaats zouden kunnen nemen. Dat is tijdelijk niet mogelijk.
Museum Jan in Amstelveen heeft een kleiner onderkomen. Vooral op de bovenste verdieping is het al snel vol. Een vaste looproute moet hier drukte voorkomen. Bovendien verlaat iedereen het museum via de achteruitgang.
Verzetsmuseum Junior, onderdeel van Verzetsmuseum Amsterdam, werkt tijdelijk met aparte toegangskaarten. Daar kunnen hooguit vier gezinnen tegelijk naar binnen.De vaste baliemedewerkers zitten noodgedwongen thuis. Het gaat hier veelal om ouderen die een verhoogd risico op het krijgen van corona hebben. Ze worden tijdelijk vervangen door kantoorpersoneel en medewerkers van KLM, die zich onder de noemer Blauw Helpt aanbieden voor vrijwilligerswerk.
Ook al wordt museumbezoek voorlopig niet meer zoals het was, zijn de musea toch blij dat ze weer open mogen. “Juist in deze tijd hebben we verbeelding, troost en inspiratie nodig”, vindt Marieke Uildriks, directeur van Museum Jan. “Veel mensen missen het om rond te kunnen dwalen tussen de kunst, om zich te verwonderen of simpelweg te genieten. We kunnen niet wachten om mensen weer te mogen ontvangen en hen kunst te laten beleven op een manier die de afgelopen twee maanden niet mogelijk was.”