De musea mogen vanaf vandaag de deuren weer openen voor publiek. Maar een bezoek is tijdelijk anders dan voorheen. Een spontaan bezoekje is er niet meer bij. Iedereen moet vooraf een kaartje reserveren.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Hoewel de meeste musea normaal op maandag zijn gesloten, ging een groot deel vandaag toch open. Niet ongebruikelijk op Tweede Pinksterdag, maar na een maandenlange verplichte sluiting is een opening vandaag ook heel begrijpelijk. Het Centraal Museum in Utrecht is een van de musea die vandaag de deuren weer opende.
Een stellage met daarop twee rode schermen van plexiglas staat voor de ingang van het museum. Handig, want zo komen bezoekers tijdens in – of uitgaan niet in botsing met passanten. In de ingang zelf hangt ook een scheidingswand. Daar moeten bezoekers links aanhouden, zodat ze bij binnenkomst heel natuurlijk naar de incheckbalie worden begeleid. een medewerker scant daar het vooraf online gekochte ticket.
“Zou u de vragen kunnen beantwoorden”, vraagt hij, al wijzend op het bordje links bij de balie. Daarop staan drie vragen, die ik allemaal met nee moet kunnen beantwoorden, wil ik toegang krijgen. Of ik last heb van neusverkoudheid, wil het museum bijvoorbeeld weten. Een snotneus door hooikoorts geldt gelukkig niet als verkoudheid. Een lente- en zomerallergie is immers niet besmettelijk.
Ook verderop in het museum is alles net een beetje anders dan normaal. Zo is er een verplichte looproute. Direct rechtsaf slaan naar de eerste expositiezaal is er voorlopig niet meer bij. Ik moet rechtdoor lopen, naar de zalen waar de tot en met 16 augustus verlengde succesvolle tentoonstelling De tranen van Eros is te zien. Omdat het museum slechts een beperkt aantal bezoekers mag toelaten, zijn de werken van Joop Moesman en andere surrealisten een stuk relaxter te bewonderen. Wat zij Johan Cruijff ook alweer? O ja:”Elk nadeel heb se voordeel”.
Wel is het jammer dat de smalle oude stenen wenteltrappen tijdelijk niet toegankelijk. Als is dat ook heel begrijpelijk. Want die zijn nauwelijks breed genoeg voor één persoon, laat staan voor twee mensen tegelijk.
Het Centraal Museum lijkt er alles aan gedaan te hebben om ervoor te zorgen dat bezoekers anderhalve meter afstand van elkaar kunnen houden. Op één druk punt is er zelfs een heus verkeerslicht. Het museum is er klaar voor!