Recensies

Tosti’s Truffels Treinen: heerlijke treinnostalgie

0 0
Read Time:5 Minute, 33 Second

Recensie

Zomaar een dag in 1911: een in smetteloos wit geklede ober wandelt het restauratierijtuig van de Oriënt Express binnen. Met een dienblad in zijn handen loopt hij naar een tafeltje waaraan een echtpaar de lunch gebruikt. Hij plaatst twee hoofdgerechten op tafel. “De snoekbaars voor mevrouw en de kalfstoof voor meneer. Eet smakelijk!” Zo had het kunnen gaan. De nieuwe tentoonstelling Tosti’s Truffels Treinen in het Spoorwegmuseum wakkert de fantasie aan.

Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol

Gedekte tafel in een restauratierijtuig van de Oriënt Express uit 1911.

Ik ben een fervent treinreiziger. Als het even kan, vermijd ik het vliegtuig en stap ik in de trein om van A naar B te geraken. Ook als dat B ver over de grens ligt. Binnen Europa kan je met de trein praktisch overal komen. Zorg er wel voor dat je eten en drinken meeneemt, want de reizen duren vaak lang. In vervlogen tijden hoefde een reiziger niet per se proviand in zijn valies te stoppen, want elke grensoverschrijdende trein had wel een restauratierijtuig, ofwel een rijdend restaurant.

Mijn fascinatie voor dat soort rijtuigen, en treinen in het algemeen, kreeg ik dankzij filmklassiekers als The Lady Vanishes, North by Northwest, From Russia with Love en natuurlijk Murder on the Orient Express (de versie uit 1974), waarin belangrijke scènes zich afspelen in een treinrestaurant. Helaas komen dergelijke rijtuigen tegenwoordig vaker voor op het witte doek dan in het echte leven. Gelukkig brengt het Spoorwegmuseum een stukje van deze nostalgie terug.

Tafelzilver in een restauratierijtuig van de Oriënt Express uit 1911.

Eten en drinken is al van vanaf het allereerste begin van de spoorgeschiedenis verbonden met de trein. Toen in 1825 in Engeland de stoomlocomotief zijn eerste ritje maakte, stonden er bij aankomst hapjes en bier op de passagiers te wachten. In Nederland lag het eerste treinstation tegenover een herberg. Die was daarmee een voorloper van de latere stationsrestauraties.

Lange tijd bleef eten en drinken iets wat alleen op het station te halen was, want in de trein zelf waren geen voorzieningen. Dat veranderde tegen het einde van de negentiende eeuw, met de uitvinding van luxe restauratiewagens. Die waren in eerste instantie wel alleen voor de elite, zoals de reizigers van de eerder genoemde Oriënt Express. Deze luxe trein reed van Parijs naar Constantinopel, het huidige Istanboel.

Restauratierijtuig van de Oriënt Express uit 1911, Spoorwegmuseum.

Bezoekers kunnen zich in de tentoonstelling een voorstelling maken van hoe reizigers daar een maaltijd tot zich namen. Uit de eigen collectie toont het museum namelijk een uit 1911 stammend dinerrijtuig van de tot de verbeelding sprekende lijndienst.

Van buiten is het al een opvallende verschijning, want volledig van hout en ook het interieur mag er zijn. Het is een zeer luxueuze coupé, vol chique gedekte tafeltjes met daarop mooie lampjes en fraai authentiek tafelzilver. In het rijtuig hangt ook een klachtenbox, want klagen over de trein doen reizigers al sinds de begindagen van het spoor. En ook vroeger deden ze dat soms over op het oog futiele zaken. Conservator Tuur Verdonck vertelt over een gast die klaagde over de melk voor in de koffie. “Dat bleek geitenmelk te zijn.” En ja, dat smaakt toch heel anders dan koeienmelk.

Restauratierijtuig van Plan D uit 1951, Spoorwegmuseum.

Dit rijtuig is een van verschillende restauratiewagens uit binnen- en buitenland die op de sporen in het museum op nieuwsgierige blikken wachten. Die zijn niet allemaal even luxe als de wagon van de Oriënt Express. In de eerste helft van de twintigste eeuw kwam het eten aan boord van een trein ook binnen bereik van de middenklasse. Plan D uit 1951 is zo’n rijtuig waarin ook de iets minder welgestelde treinreiziger al rijdend een maaltijd kon nuttigen. In die trein aten de gasten vermoedelijk niet de truffels, maar eerder de tosti’s uit de expositietitel.

De Plan D kwam pas enkele dagen voor opening van de expositie aan in het museum. Het rijtuig is onderdeel van de eigen collectie, maar bevond zich elders voor een grondige restauratie. Één die uitzonderlijk goed geslaagd is, want het treinstel oogt als nieuw. De banken zijn bijvoorbeeld weer fris turquoise. Al snel na oplevering in de jaren 50 moest die kleur plaatsmaken voor het veel donkerder Pruisisch blauw.

Kunstwerk van Wim Bosma in het restauratierijtuig van Plan D uit 1951.

Aan de achterwand prijkt een kunstwerk van Wim Bosma (1902-1985). De creatie toont opvallend genoeg geen trein, maar wel een luchtballon en galopperende paarden. Van veraf lijkt het werk een schildering, maar wie dichterbij komt, ziet dat de voorstelling is opgebouwd uit allemaal kleine stukjes ingelegd hout.

Het is goed voor te stellen dat er elk moment reizigers het rijtuig kunnen betreden, om plaats te nemen en hun bestelling door te geven aan de obers. Maar in een rijtuig voor reizigers met een minder diepe portemonnee ging het er wel iets gehaaster aan toe dan in de Oriënt Express. Zo zijn er verhalen over obers die tafels al afruimden terwijl de gasten nog aan het eten waren. Daartoe aangespoord door gestreste koks: “Ze moeten eruit!”

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Restauratierijtuig van het communistsiche Oost-Duitse staatsbedrijf Mitropa.
Servies van Mitropa.
De eerste railtender naast een later exemplaar.

Anton van Kalmthout, voormalig hoogleraar straf- en vreemdelingenrecht aan de Universiteit van Tilburg, had in zijn studentenjaren een vakantiebaantje als kelner aan boord van een trein. Hele dagen moest hij op en neer lopen met koffie in zijn handen. Op een gegeven moment dacht hij: ‘dat moet toch anders kunnen’. Samen met een collega kwam hij op het ingenieuze idee om een kist op een onderstel van een kinderwagen te plaatsen. Het provisorische karretje dat zo ontstond trokken ze vervolgens door de trein. Met groot succes, want de omzet verdubbelde. Het karretje was de voorloper van de latere railtenders.

Verhalen als deze brengen de bezoeker terug naar lang vervlogen tijden, waarin heren nog hoeden droegen. Hoeden die ze tijdens het dineren opborgen in de speciale rekken. Doordat de meeste rijtuigen vrij toegankelijk zijn, kan de bezoeker zich ongedwongen een gepamperde treinreiziger voelen. Originele serviezen, menukaarten, perronkarren, affiches en foto’s maken het plaatje compleet. Tosti’s Truffels Treinen is heerlijke treinnostalgie.

Tosti’s Truffels Treinen: t/m 15 november in het Spoorwegmuseum, Utrecht

Waardering: @@@@@@@@@@

Happy
Happy
0 %
Sad
Sad
0 %
Excited
Excited
0 %
Sleepy
Sleepy
0 %
Angry
Angry
0 %
Surprise
Surprise
0 %
Share