0
0
Kunstmuseum Den Haag heeft de collectie uitgebreid met een schilderij van de Franse kunstenaar Auguste Herbin. Het werk Le Remorqueur (De Sleepboot) is een schenking van een particuliere verzamelaar.
Auguste Herbin (1882-1960) leverde een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het Franse modernisme in het begin van de twintigste eeuw. Hoewel hij eerst het pad van het (post)impressionisme volgde, raakte hij vanaf 1906 geïnspireerd door het felle, ‘wilde’ kleurgebruik van het Franse fauvisme en de werken van Henri Matisse.
Met zijn heldere, contrasterende kleuren in grote kleurvlakken is Le Remorqueur een goed voorbeeld van Herbins fauvistische periode. Kunstmuseum Den Haag noemt het schilderij uit 1907 een ode aan kleur.
Het werk is volgens het museum een belangrijke aanvulling op de collectie Franse moderne kunst die het in ruim honderd jaar heeft verzameld. Onder toezicht van directeur H.E. van Gelder, besloot hoofdconservator Gerhardus Knuttel in 1919 meer te focussen op eigentijdse kunst en bracht hij steeds meer werken samen van kunstenaars die werkten in Parijs, zoals Fernand Léger, Pablo Picasso en Albert Marquet. Deze kunstwerken gaven de toon aan voor de opbouw van de rest van de collectie.
Schenkingen door particulieren spelen een grote rol in de totstandkoming van de collectie van Kunstmuseum Den Haag. Zo kreeg het in 1971 de inmiddels wereldberoemde collectie schilderijen van Piet Mondriaan via een legaat van de verzamelaar Salomon Slijper.
Kunstmuseum Den Haag toont de nieuwe aanwinst van 26 september tot en met 13 december tussen werken van Herbins tijdgenoten. Door Le Remorqueur tussen het werk van Herbins vrienden en tijdgenoten te plaatsen, ontstaat er een overzicht van de snelle ontwikkelingen binnen de Franse kunstwereld aan het begin van de twintigste eeuw, aldus het museum. Net als zijn medekunstenaars bleef Herbin zichzelf opnieuw uitvinden. Zo kwam hij na het fauvisme terecht bij het kubisme. In deze kringen raakte hij bevriend met kunstenaars als Pablo Picasso, Georges Braque, Jean Metzinger en Fernand Léger, van wie ook werk te zien zal zijn.
