Op de dag dat de musea voor de tweede keer de deuren moeten sluiten vanwege het coronavirus, maakt het Noordbrabants Museum een nieuwe aanwinst bekend. Het kocht een opmerkelijk schilderij van Cornelis Saftleven uit 1629.
Het museum ontdekte het werk al in maart, op kunstbeurs Tefaf in Maastricht. Maar pas recent kon het de voorstelling kopen, met steun van de Vereniging Rembrandt.
Het schilderij van Saftleven verwijst op satirische wijze naar een belangrijke historische gebeurtenis: de uittocht van de katholieke geestelijken uit ’s-Hertogenbosch in 1629. De deelnemers aan de bonte optocht zijn verklede dieren en monsters.
Tijdens het Beleg van ‘s-Hertogenbosch in 1629 nam de protestantse Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de door de katholieke Spanjaarden bestuurde Brabantse stad in. De belegering beheerste maandenlang het nieuws. Kranten in heel Europa besteedden er aandacht aan en in dorpen en steden spraken mensen er uitgebreid over. Nieuwsgierige vorsten, edelen en rijke burgers logeerden in de omgeving van ’s-Hertogenbosch om met eigen ogen te zien hoe de ‘onoverwinnelijke Moerasdraak’ werd bestreden.
Het Noordbrabants Museum schenkt in zijn collectieopstelling ‘Het verhaal van Brabant’ ruim aandacht aan de Tachtigjarige Oorlog. Het toont onder meer verschillende, vrij realistische voorstellingen over het Beleg van ’s-Hertogenbosch. Een satirisch schilderij als dat van Saftleven is volgens het museum echter uitzonderlijk. Het toont prelaten, priesters en monniken – afgebeeld als dieren en fantasiewezens – die in processie het veroverde ’s-Hertogenbosch verlaten.
Ze voeren processiekruisen, rozenkransen, gezangenboeken, kerkbanieren en heiligenbeelden met zich mee. De stoet wordt aangevoerd door een als bisschop uitgedoste olifant – een persiflage op bisschop Ophovius – die door een varken op een kruiwagen de stad wordt uitgereden. Dat alles vindt plaats onder muzikale begeleiding van monsters die afkomstig lijken uit een schilderij van Jheronimus Bosch.
“Voor de katholieke inwoners van ’s-Hertogenbosch moet het verschrikkelijk zijn geweest, de inname van hun stad in 1629 en het daaropvolgende vertrek van bisschop Ophovius en de mannelijke geestelijken”, vertelt directeur Charles de Mooij. “Voor een protestantse spotvogel als Cornelis Saftleven was het echter een buitenkansje om de katholieke clerus op de hak te nemen. Letterlijk en figuurlijk een fantastische aanwinst voor Het Noordbrabants Museum!”