Museum de Fundatie betaalt de erfgenamen van Richard Semmel een bedrag van 200.000 euro voor het schilderij Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron van Bernardo Strozzi. Daardoor blijft het kunstwerk uit 1635 in de collectie van het museum.
Tot 1933 was het schilderij eigendom van de welvarende Duitse ondernemer en kunstverzamelaar Richard Semmel (1875-1950). Semmel woonde met zijn vrouw Clara Cäcilie Brück in Berlijn en was daar eigenaar van een grote textielfabriek. Semmels Joodse afkomst, zijn leidende rol binnen de textielindustrie en zijn betrokkenheid bij de Deutsche Demokratische Partei maakten dat hij onder zware druk kwam te staan toen de Nazi’s in 1933 in Duitsland aan de macht kwamen. Samen met zijn echtgenote vluchtte hij in datzelfde jaar naar Nederland.
Daar veilden ze op 21 november bij het Amsterdamse veilinghuis Frederik Muller & Cie. anoniem een gedeelte van hun kunstcollectie, waaronder Strozzi’s schilderij. Dirk Hannema, oprichter van Museum de Fundatie, kocht het daar te goeder trouw.
Op verzoek van de erven van Richard Semmel en Museum de Fundatie heeft, zoals gebruikelijk in Nederland, de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Oorlog (Restitutiecommissie) geoordeeld over dit schilderij. In een bindend advies van 25 april 2013 stelde die vast dat politieke en economische omstandigheden Richard Semmel in 1933 dwongen het werk te verkopen. Ze vond echter tevens het eigendomsrecht van Museum de Fundatie alsook het belang van het schilderij – een van de hoogtepunten binnen de presentatie van zeventiende-eeuwse kunst – zwaar wegen. Daarom oordeelde de Restitutiecommissie dat het werk in de museumcollectie kon blijven, zonder compensatie voor de erven.
In 2020 startte de commissie-Kohnstamm, in opdracht van de minister van Cultuur en de Raad voor Cultuur, een evaluatie van het Nederlandse restitutiebeleid. In het rapport Streven naar rechtvaardigheid, uitgebracht op 7 december 2020, adviseert de commissie onder meer met klem om bij restitutiezaken geen rekening te houden met museumbelangen.
In reactie op dat rapport nam Museum de Fundatie contact op met de erfgenamen van Richard Semmel om met hen te overleggen over een rechtvaardige oplossing. Het museum bood aan het schilderij terug te geven of de erfgenamen financieel te vergoeden.
De erven en het museum besloten samen besloten dat De Fundatie het door de nazi-vervolging veroorzaakte verlies van het schilderij vergoedt door de marktwaarde van 200.000 euro te betalen aan de erfgenamen. Op hun beurt erkennen die de eigendomsrechten van het museum. Het museum zal het publiek blijven informeren over de rol van Richard Semmel in de geschiedenis van het schilderij.