0
0
Het herkennen van hedendaagse kunst is niet voor iedereen even makkelijk. Het Centraal Museum in Utrecht heeft dat recent ook ondervonden. Een medewerker van de gemeente zag kunst aan voor onkruid en brandde het weg.
Tekst en foto: Evert-Jan Pol
Achter het Centraal Museum ligt een opmerkelijke trap. Van een afstand lijkt het een trap als elk ander, maar wie hem probeert te beklimmen, zal merken dat dat niet zo eenvoudig gaat. De treden zijn namelijk gekanteld. De trap is dan ook niet bedoeld om te betreden. Het is een moderne folly, een bouwwerk dat met opzet nutteloos is.
De Vanishing Staircase (de verdwijnende trap) uit 2018 is een werk van Birthe Leemeijer. De trap is ‘omgevallen’; de treden zijn naar beneden gekanteld. Tussen die treden groeien allerlei inheemse planten. Het is de bedoeling dat de natuur de trap in de loop der jaren steeds verder overneemt. Hij zal langzaam maar zeker zijn naam aandoen en verdwijnen.
Maar dan moeten mensen de plantjes niet wegbranden, zoals een ijverige medewerker van de gemeente wel deed. Hij zag de plantjes aan voor onkruid en maakte er korte metten mee.
Het ecologische kunstwerk is een initiatief van Vergroening Singels030, die zich inzet voor meer biodiversiteit in en langs de Utrechtse singel. Vrijwilligers van de organisatie gaan de trap opnieuw beplanten.
Het is niet voor het eerst dat kunst voor rommel wordt aangezien en daardoor het veld moet ruimen. In Italië gooide een schoonmaker ooit kunstwerken in een afvalcontainer.
