Recensie
“Geef het maar toe. Je werk komt nooit in een museum te hangen.” Dat zei een interviewer ooit denigrerend tegen Bob Ross. Dit fragment uit een televisieprogramma zie ik in Museum MORE, waar momenteel veertig schilderijen van de cultschilder te zien zijn. De criticus kreeg dus ongelijk.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Hoewel hij al 26 jaar niet meer onder ons is, leeft Bob Ross (1942-1995) nog steeds voort dankzij de talloze herhalingen van zijn televisieprogramma The Joy of Painting. In 381 afleveringen maakte hij vele miljoenen mensen enthousiast voor het schilderen. Iets wat iedereen kan, vond hij. Angst om te beginnen, was nergens voor nodig. “Het is jouw wereld”, hield hij de kijker steeds voor. En daarin kan niets mis gaan. En mocht je toch eens een foutje maken, is dat slechts een gelukkig ongelukje. Dat je bijvoorbeeld kunt omtoveren in een vogel. “Ja, nu is het een vogel!”
Het geheim achter het succes van het programma was Bob Ross zelf en zijn manier van spreken. Met zijn kalme, warme stem was de kunstenaar al mindfull voordat het woord bestond. Hoe hij sprak over schilderen was enorm rustgevend en bijna meditatief. Het is het ideale programma om te kijken voor het slapen gaan. Niet voor niets programmeren tv-zenders de herhalingen bij voorkeur laat op de avond.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Ross was een superblije promotor van schilderen en hij deed het voorkomen alsof dit iets heel makkelijks was. In elke aflevering zette hij in dertig ongemonteerde minuten een landschap neer. Al geldt ook in dit geval dat schijn bedriegt, want vóór de uitzending had hij de betreffende voorstelling al eens geoefend. En vermoedelijk deed hij daar wél langer over dan een half uur.
In totaal maakte Ross per aflevering drie versies van dezelfde voorstelling; na de uitzending schilderde hij het landschap nogmaals – voor in een boek. De televisieserie leverde door dit proces 1143 schilderijen op. Ze zijn allemaal verschillend, ook al hebben werken van Bob Ross bepaalde kenmerken die altijd terugkeren, zoals de happy tree met een vriendje.
Ook de varianten op één onderwerp die Ross voor één aflevering maakte, verschillen subtiel van elkaar. Zoals te zien is aan de drie schilderijen uit aflevering 13 van seizoen 11, die in Museum MORE naast elkaar staan. De kale boom op de voorgrond staat in het oorspronkelijk schilderij recht, maar heeft in de volgende twee versies een meer natuurlijke scheve houding. Voor de voorstelling die hij in de uitzending schilderde, maakte hij gebruik van een ander kleurpalet dan voor de eerste. Het schilderij is opeens een herfstlandschap. In de derde variant is de zomer weer teruggekeerd.
(Tekst gaat verder onder de foto)
Alle getoonde schilderijen staan op ezels, precies zoals ze in de afleveringen te zien zijn. Bob Ross zou zo de zaal binnen kunnen lopen om vervolgens nog twee blije bomen in een landschap te planten. Hij overleed echter in 1995 op 52-jarige leeftijd aan lymfeklierkanker en is er dus niet fysiek bij.
Zijn geest lijkt wel rond te waren in de expositiezaal. Schrik niet als je opeens een donkere stem achter je hoort. Dat is Bob Ross die via luidsprekers enkele van zijn beroemde uitspraken doet. Zoals de klassieker “Beat the devil out of it“, die hij steeds bezigde als hij zijn kwast met zichtbaar en enigszins sadistisch plezier droog sloeg.
Museum MORE is het eerste museum ter wereld dat een solotentoonstelling aan de nog steeds immens populaire schilderdocent wijdt. Zelf had hij misschien nooit verwacht nog eens in een museum te hangen. En daar schilderde hij ook niet voor. Hij wilde ook nooit werk verkopen. Zijn enige doel was om anderen ‘verslaafd’ te maken aan het schilderen, omdat je daar vrolijk van wordt.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Toen Museum MORE deze tentoonstelling aankondigde, kreeg het kritiek van sommige bezoekers, die net als de criticus uit de eerste alinea vonden dat Bob Ross niet in een serieus museum thuishoort. Dat MORE het als eerste aandurfde een museale expositie met zijn werk te presenteren doet vermoeden dat veel musea die mening delen. Raar eigenlijk, want Ross is een fenomeen dat miljoenen mensen enthousiast maakte voor schilderkunst. En je zou toch juist denken dat kunstmusea daar dankbaar voor zijn.
Kunst hoeft niet altijd hoogdravend te zijn. Af en toe een wat ‘lichtere’ tentoonstelling programmeren kan echt geen kwaad. Sterker nog: een expositie als deze kan de deuren openzetten voor een nieuwe doelgroep. De kans is groot dat menigeen het museum nooit eerder bezocht en speciaal voor de schilderijen van Ross naar Gorssel afreisde. Bob Ross maakte kunst toegankelijk voor een breed publiek. Zijn tentoonstelling kan datzelfde effect hebben op nieuwe bezoekers. Die zouden maar zo dusdanig enthousiast kunnen raken dat ze veel vaker op bezoek komen. Of in de woorden van Ross zelf: “Till next time. God bless, my friend“.
Bob Ross – Happy Painting, t/m 5 september in Museum MORE, Gorssel
Waardering: @@@@@@@@@@