Recensie
De jaren 60; ik bestond nog niet, maar uit alle verhalen blijkt dat het een roerige periode was. Heilige huisjes gingen omver, waaronder de kerk, het heiligste huisje van allemaal. Nederland raakte van God los. In de gelijknamige tentoonstelling laat Museum Catharijnconvent zien hoe het religie verging in dit decennium.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
In de eerste helft van de vorige eeuw was de kerk nog alom aanwezig in het leven van veel mensen. Het christelijke geloof werd doorgegeven in het gezin, op school en in de kerk. De samenleving was sterk verzuild: kinderen gingen naar een eigen katholieke of protestantse school en gelovigen stemden meestal op een christelijke politieke partij.
In de jaren 60 veranderde dat. Dit kwam mede door de opkomst van de televisie. In 1964 had de helft van de Nederlandse huishoudens een tv en in 1968 was dit al tachtig procent. De wereld kwam daardoor de huiskamer binnen. De nieuwe geluiden die de Nederlanders via de beeldbuis bereikten, zorgden voor een andere kijk op religie. Meer dan voorheen werd geloven (of niet geloven) een individuele keuze.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Ook de rol van religie in het gezinsleven veranderde. In de jaren 50 was het nog gebruikelijk dat vrouwen hun baan opgaven wanneer ze trouwden (ze werden meestal zelfs ontslagen) en zeker wanneer ze kinderen kregen. Kinderen werden gezien als een zegen van God en christelijke gezinnen waren daarom vaak groot. Toen God in de jaren 60 verdween uit huis, verdween ook die opvatting. De introductie van de anticonceptiepil in 1962 droeg daaraan bij. Ook homoseksualiteit werd voorzichtig bespreekbaar.
In 1960 behoorde Nederland nog tot de christelijkste landen van Europa, maar nergens ging de leegloop van de kerken zo snel als hier. Nederland veranderde van het braafste jongetje van de klas in het enfant terrible van de (katholieke) kerk. De kerk ging daarom ook met zijn tijd mee, in de hoop dat mensen toch zouden blijven. Zo kregen katholieke gelovigen tijdens de kerkdienst de hostie niet meer op de tong, maar in de hand. Dit was dusdanig baanbrekend dat het Franse tijdschrift Paris Match er een artikel aan wijdde.
En de katholieke Carmelkerk in Nijmegen liet in 1965 een wel heel modern antependium (altaarbekleding) maken. De met de hand geborduurde symbolen van de vier evangelisten zijn zeer expressief en zelfs lichtelijk kubistisch. Het antependium is een prachtig kunstwerk, dat ook niet-gelovigen kan aanspreken.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Museum Catharijneconvent laat met foto’s, filmfragmenten en uiteenlopende voorwerpen zien dat God misschien wel minder belangrijk werd, maar zeer zeker niet helemaal verdween. Wel kreeg religie een moderner jasje aangemeten. De jaren 60 waren de tijd van invloedrijke tv-dominees, religieuze bestsellers, beatmissen, zenboeddhisme, opzwepende evangelische bijeenkomsten en experimentele kerkbouw.
Ook religieuze beeldende kunst kreeg een meer hedendaags karakter. In de tentoonstelling zijn enkele opmerkelijke voorbeelden te zien. Wat bijvoorbeeld te denken van een houten kruis met ogen of Jezus hangend op een dartbord? Van God los? is een zeer interessant tijdsdocument en heeft kunstliefhebbers ook genoeg te bieden.
Van God los?, t/m 28 augustus in Museum Catharijneconvent, Utrecht
Waardering: @@@@@@@@@@