Het Mauritshuis komt in 2025 met een tentoonstelling over de rol die het museum speelde in en en rond de Tweede Wereldoorlog. Daarom is het op zoek naar mensen die daar iets meer over kunnen vertellen.
Zo wil het museum graag weten wat gebeurde er in die tijd zoal in het Mauritshuis gebeurde en wat de impact van de oorlog was op de mensen die er werkten of het museum bezochten. Ook is het museum geïnteresseerd in hoe het Mauritshuis zich tot het Duitse gezag verhield en of het Joodse medewerkers had. Hierover is nog maar weinig bekend, omdat er in officiële stukken nauwelijks over werd geschreven. Daarom start het Mauritshuis een grootschalig onderzoek, in samenwerking met het NIOD en het RKD.
Recent is wel een logboek teruggevonden van Mense Meijert de Groot, die als Ambtenaar van Administratie een oogje in het zeil hield. Vanaf juli 1942 woonde hij met zijn gezin in het souterrain van het museum. Twee van zijn vijf kinderen werden zelfs tijdens de oorlog in het Mauritshuis geboren. In het logboek noteerde hij niet alleen zijn werkzaamheden, maar ook persoonlijke ervaringen. Dit is een belangrijke bron voor het dagelijks reilen en zeilen van het museum. Inmiddels heeft het onderzoeksteam contact met de oudste zoon van het gezin, dat in Canada woont. Dit levert veel nieuwe informatie op over wat er achter de schermen van het museum is gebeurd.
Ook bekend is dat toenmalig directeur Wilhelm Martin in de Potterzaal openbare muziekuitvoeringen hield. Naar eigen zeggen deed hij dit om te voorkomen dat het museumgebouw door de Duitsers in beslag zou worden genomen. Het liet echter ook toe dat Duitse instanties of de Nederlandse Volksdienst (een organisatie die samenwerkte met de bezetter) tentoonstellingen in het museum organiseerde.
De komende twee jaar wordt het onderzoek intensief voortgezet en hopen de onderzoekers meer informatie te vinden die hen kan helpen een beeld te geven van wat zich in het Mauritshuis afspeelde kort vóór, tijdens en vlak na de oorlog. Eigen herinneringen of interessante verhalen uit de familie en documenten of foto’s die betrekking hebben op het museum in deze periode zijn meer dan welkom, aldus het museum. Wie nuttige informatie heeft, kan contact met het museum opnemen via e-mail.