Het Rijksmuseum heeft twee topstukken verworven voor de collectie kunst en geschiedenis van de 20ste eeuw. Het gaat om de beroemde leunstoel die Gerrit Th. Rietveld omstreeks 1918 ontwierp en een schotelreliëf van Jan J. Schoonhoven uit 1963. Beide kunstwerken zijn nu tijdelijk te zien in het museum.
De Rietveld-stoel is een zeldzame witte uitvoering van het zitmeubel dat in rood-blauw een internationaal designicoon werd. De witte stoel is gemaakt in Rietvelds eigen meubelmakerij en is als een van de weinige vroege leunstoelen precies te dateren. Hij werd namelijk in het voorjaar van 1923 besteld door schrijfster Til Brugman (1888-1958) voor de muziekkamer van haar vriendin Sienna Masthoff.
Zij gaf de Hongaarse kunstenaar Vilmos Huszár, medeoprichter van De Stijl, opdracht om de muziekkamer van hun woning aan de Ligusterstraat 20 in Den Haag opnieuw in te richten. Rietvelds stoel maakte deel uit van de ruimte-kleurcompositie in grijs, zwart en wit die Huszár voor de kamer ontwierp.
Het eveneens verworven schotelreliëf van Jan Schoonhoven (1914-1994) hing van 1974 tot 2003 in de Nederlandse ambassade in Bonn. Bij de verhuizing van de ambassade naar Berlijn keerde het terug naar Nederland. Het werk is een van de weinig schotelreliëfs van Schoonhoven die bekend zijn.
Beide kunstwerken zijn t/m 4 oktober te zien in het Rijksmuseum en krijgen vanaf 2013 een vaste plaats in het nieuwe Rijksmuseum. De Rietveld-stoel is van 20 oktober t/m 30 januari te zien op de expositie Rietvelds Universum in het Centraal Museum Utrecht.