0
0
Expositie
‘Één, twee, drie vier, hoedje van, hoedje van, één, twee, drie vier, hoedje van papier’, luiden enkele regels uit een bekend kinderliedje. De titel is ook de naam van een nieuwe tentoonstelling die op 5 juli opent in het Westfries Museum. Negentien kunstenaars maakt installaties en hoedjes van papier.
Startpunt van de expositie zijn honderd papieren hoedjes met Chinese karakters, die verhalen over de legende van Cai Mo. De installatie verwijst naar de wortels van het hedendaagse papier, die zijn oorsprong vindt in China. In het jaar 105 na Christus, schepte Cai Lun voor het eerst papier uit een mengsel van textielvezels, de bast van de moerbeiboom en water. Dit procedé verspreidde zich over China, Korea, Japan en vond uiteindelijk in de twaalfde eeuw zijn weg via het Arabisch schiereiland naar Europa. Bij Xativa (Spanje) werd in 1144 voor de eerste maal papier gefabriceerd. Deze uitvinding was van wezenlijk staatsrechtelijk belang, zowel in China als ook in Europa.
De hoedjes van papier gaan in het Westfries Museum de dialoog aan met de zeventiende-eeuwse collectie. In de tijdelijke expositiezalen is plaats voor de grotere, veelkleurige kunstinstallaties en werken op het platte vlak, maar ook voor kwetsbare hoeden. In het zeventiende-eeuwse deel van het museum vormen de intieme ruimtes zoals het rariteitenkabinet, de taveerne, de kinderkamer en de Boerenpronkkamer, een bijzondere plek voor de hoedjes van papier.
Niet alle kunstwerken zijn in het museum te zien. Drie grote hoeden van Tineke Fischer (1947) drijven in het water van de Hoornse binnenstad, de Appelhaven. Inspiratiebron zijn acht vilten hoeden, te zien in het Westfries museum. Dergelijke hoeden werden vaak gedragen door zeelui en vissers. Fischer wilde met haar installatie een eerbetoon brengen aan die niet terugkeerden van zee.
Hoedje van papier, 5 juli t/m 7 september in het Westfries Museum, Hoorn
