Recensie
Iedereen die zich in musea wel eens een weg door busladingen schoolgroepen en toeristen heeft moeten banen, kent de verademing om zonder medebezoekers rustig te kunnen rondkijken. Dat moet digitaal ontwerpbureau The Workers ook gedacht hebben. Het ontwierp samen met RAL Space vier op afstand bestuurbare robots gewapend met lampen en camera’s, die ’s nachts werden losgelaten in Tate Britain. Met een kop thee in de ene hand en een robot in de andere struinden duizenden online bezoekers afgelopen week tussen 23.00 en 04.00 uur met deze robots door het museum.
Door: Suzanne Sanders
Het publiek bestuurt de robots, of kan meekijken op de livestream. Een sonarsysteem (denk aan een vleermuis) zorgt er automatisch voor dat de robots nergens tegenaan kunnen botsen, wat natuurlijk de prioriteit van het museum is. Deskundige commentatoren leveren live verslag bij de beelden en identificeren de objecten die langskomen op de vier verschillende schermen.
Het gebruik van digitale technologie als verlengstuk van de mens, ter verrijking van kunsteducatie en publieksparticipatie, blijkt een intrigerend en actueel thema. Je kunt op de website aangeven of je een van de robots wil besturen, om te controleren wat jij, en duizenden met jou, zullen zien. Ik heb minstens een uur in de wachtrij gezeten en het uiteindelijk opgegeven. Wachten op je beurt om naar een kunstwerk te mogen kijken, verschilt op deze manier misschien toch niet zoveel van wachten op een groep toeristen.
Enerzijds wordt met het project After Dark de ervaring gepersonaliseerd, anderzijds kan deze persoonlijke ervaring online met zoveel mensen gedeeld worden dat de zichtbaarheid van het museum optimaal blijft. Maar er is geen mogelijkheid tot live chat en ook op Twitter lijkt er niet veel discussie te ontstaan. Dit is jammer omdat het een afstand creëert tussen de kijkers. Maar ook begrijpelijk omdat het volgen van vier verschillende routes langs de werken, plus uitleg bij werk waar men vaak alweer voorbij gereden is, wel erg veel informatie oplevert om te verwerken.
The Workers won met After Dark de IK Prize, die jaarlijks wordt toegekend aan bedenkers van innovatieve digitale projecten. Jane Burton, creatief directeur van Tate Media: “De IK Prize staat voor de koppeling van excellente digitale creativiteit met fantasierijke technologische kwaliteiten om kunst toegankelijk te maken voor een steeds breder groeiend publiek.” Het nachtelijke element dat is toegevoegd, à la de scenes in de Capitolijnse musea in de film La Grande Bellezza, maakt het spannend. Het idee om, via een scherm alleen in iconische gebouwen rond te lopen is inderdaad aantrekkelijk, hoewel een dergelijke eenzame ervaring de meesten van ons al bekend is via systemen als google maps, bewakingscamera’s en videogames.
Het verwerken van alle informatie via de vier webcams op mijn laptop en de commentatoren was al snel iets te veel van het goede in het holst van de nacht. Deze uitvoering leidt tot veel vermoeiende ruis door de hoeveelheid aan informatie die de kijker wordt voorgeschoteld. De specifieke waarde van de gedeelde ervaring, het sociale aspect van deelname aan een live evenement, komt daardoor behoorlijk relatief over.
Tegelijkertijd blijkt het nachtelijke aspect voor mij ook een obstakel te zijn voor mijn ervaring van het museum en de tentoongestelde objecten. Hoewel de rauwe schijnwerpers van de robots in het donker alle details van de materialen onthullen, komt de kunst er karig vanaf. Met name de vroege olieverfschilderijen hebben flink reflecterende vernislagen in de felle robo-koplampen waardoor ze eigenlijk niet te zien zijn, zoals de commentatoren zelf ook opmerken. Hetzelfde geldt voor videokunstwerken, objecten in spiegelende glazen vitrines of displays en kleiner werk aan de muren. De robots kunnen daar niet dichtbij genoeg komen dankzij het slimme sonarsysteem dat ervoor zorgt dat ze nergens tegenaan stoten. De grotere figuratieve sculpturen zoals die van Henry Moore, of de bronzen Lycidas van James Havard Thomas, komen wél weer heel goed uit de verf en werpen schrille schaduwen op de muren.
Hoewel deze winnaar van de IK Prize 2014 zeker aandacht heeft gegenereerd voor Tate en de collectie, is After Dark niet helemaal een samensmelting van kunst en digitale innovatie. De balans blijkt in de praktijk te zijn doorgeslagen naar de laatste. De intelligente toepassingen van deze robots zijn naar mijn idee niet altijd even nuttig voor de beleving en hebben hier de overhand, terwijl de collectie in een slecht ‘nachtlicht’ komt te staan.
“Hoe vaak bestuur je nu een echte robot?” vraagt het museum de kijker. Misschien is dit dus niet de juiste vraag. Als het het museum vooral om betrokkenheid van de bezoeker te doen was, was het wellicht spannender geweest om in plaats van een prijs van 70.000 pond (bijna 90.000 euro) aan de makers toe te kennen, een groep gelukkige winnaars écht ‘s nachts het museum in te laten. Zoals de naam bewijst ligt de echte kracht van After Dark als evenement wat mij betreft niet zozeer in de online ervaring, maar vooral in het contrast tussen dag en nacht.
Waardering: @@@@@@@@@@