0
0
Philip Akkerman besloot in 1981 zelfportretten te schilderen. In dertig jaar bouwde hij vervolgens een oeuvre op van bijna drieduizend zelfportretten, waarvan geen twee hetzelfde zijn. Kunsthal Rotterdam toont er daarvan ruim 400 op de expositie Akkermania.
De schilder legde zichzelf in de loop der jaren steeds meer beperkingen op. Zo gebruikt hij voor zijn portretten slechts drie formaten (27×25 centimeter, 40×34 centimeter en 50×43 centimeter). En hij schildert uitsluitend in olieverf en tempera op geprepareerde paneeltjes, volgens de techniek van oude meesters. Ondanks deze beperkingen blijken de mogelijkheden toch eindeloos.
De Kunsthal nodigde voor de tentoonstelling elf verschillende verzamelaars uit om hun volledige Akkerman-collectie te presenteren. Elke verzameling vertelt zijn eigen verhaal. De ene verzamelaar kiest uit elk jaar één werk en een ander koopt een chronologisch aansluitende serie in één keer.
De Caldic Collectie bezit met ruim 250 werken de grootste verzameling zelfportretten van Akkerman en volgt zijn oeuvre op de voet door jaarlijks nieuwe werken aan te kopen. Andere verzamelaars zoals Hauser & Wirth Collectie kozen eenmalig voor een krachtige serie portretten. En J. Mondt zoekt steevast schilderijen uit die ‘gek’ zijn en uit de toon vallen. De zelfportretten uit al deze collecties samen tonen aan dat hoewel Akkerman slechts één onderwerp heeft zijn oeuvre toch enorm gevarieerd is.
Akkermania, t/m 26 juni in Kunsthal Rotterdam
