Nieuws / Expositie
De “hel van Arnhem”, zo noemde Maurits Cornelis Escher (1898-1972) zijn schooltijd. Maar uit nieuw onderzoek is gebleken dat de kunstenaar in het gebouw van de HBS de nodige inspiratie vond voor zijn prenten. Het Haagse museum Escher in het Paleis besteedt in een nieuwe expositie aandacht aan dit gegeven.
Conservator Micky Piller zag bij haar bezoek aan Eschers oude HBS opvallende overeenkomsten met zijn latere prenten. Het voormalige schoolgebouw wordt inmiddels voor studentenhuisvesting gebruikt en heeft daarvoor allerlei aanpassingen ondergaan. Desondanks zag Piller gelijkenissen tussen het trappenhuis en enkele prenten van Escher.
Dertig jaar nadat hij de HBS verliet, werd Escher gevraagd een herdenkingsplaquette te maken voor de oorlogsslachtoffers onder de leerlingen. Vermoedelijk activeerde deze opdracht zijn herinneringen aan het gebouw, want het centrale trappenhuis dook vervolgens op in verschillende prenten die hij tussen 1947 en 1953 maakte. Enkele van deze prenten zijn Andere Wereld (uit 1947), Trappenhuis (1951) en Relativiteit (1953).
Met digitale technieken maakte fotograaf Gerrit Schreurs een impressie van het trappenhuis in de vermoedelijke staat tijdens Eschers schooltijd, de jaren 1912-1918. Deze enorme fotografische reconstructies zijn te zien op de expositie. De bezoeker kan de foto´s vergelijken met de prenten.
De expositie Verwondering, of hoe verveling een optische illusie wordt is vanaf 15 november te zien in Escher in het Paleis in Den Haag.