Recensie
Zomaar een dag in 1964: een bakfiets rijdt door de straten van Amsterdam. Een man op teenslippers, maar verder goedgekleed, bestuurt het voertuig, met in de bak een kist met het opschrift Rotaprentenplan. De man, Robert Jasper Grootveld, verkoopt daaruit aan een ieder die er één wil een prent van kunstenaar Aat Veldhoen.
Door: Evert-Jan Pol
Met zijn Rotaprentenplan bracht Veldhoen (1934) zijn kunst naar de mensen. Hij wilde dat iedereen zijn prenten aan de muur kon hebben en dat ze niet zouden verdwijnen in mapjes van verzamelaars. En dankzij de rota- of offsetpers kon de kunstenaar zijn werk snel en in grote oplage drukken. Hij vroeg er 3 gulden per stuk voor.
Vijftig later toont het Rijksmuseum 42 van deze rotaprenten, grotendeels afkomstig uit Museum Het Rembrandthuis. Alle werken zijn portretten van mensen. Soms verrassend, vaak in een heel ‘gewone’ houding, maar ook niet zelden in een vrij gewaagde pose. Er komen enkele geslachtsdelen voorbij.
De expositie is klein van omvang. Wie snel door de zalen loopt, kan haar maar zo missen. Maar u kent vast wel de uitdrukking ‘klein maar fijn’. En dat geldt ook voor deze tentoonstelling. De zwart-witprenten zijn van grote schoonheid en kwaliteit. Één prent toont een jongen die de toeschouwer aankijkt met een verrekijker. De achtergrond is onscherp, zoals op een foto. De prenten bewijzen dat Aat Veldhoen behoort tot de beste nog levende Nederlandse kunstenaars.
Rotaprints Aat Veldhoen, t/m 1 april in het Rijksmuseum, Amsterdam
Waardering: @@@@@@@@@@