Nieuws / Expositie
Koning Willem-Alexander opent woensdagmiddag 22 april de tentoonstelling Geen nummers maar Namen in Verzetsmuseum Amsterdam. In de tentoonstelling staan Nederlandse politieke gevangenen centraal die tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangen zaten in concentratiekamp Dachau. Door jongeren geschreven biografieën van voormalige gevangenen vormen het uitgangspunt.
Tussen 1941 en 1945 zaten meer dan tweeduizend Nederlanders, voornamelijk verzetsmensen, gevangen in concentratiekamp Dachau. De tentoonstelling vertelt aan de hand van persoonlijke verhalen en voorwerpen hoe zij probeerden te overleven in een kampsysteem dat was gericht op ontmenselijking. Jaap van Mesdag maakte muziek, Pim Boellaard had een dambord in de deksel van zijn kampkist, Lies Bueninck-Hendrikse hield een foto van haar dochtertje Joke verstopt, Willemijn van Gurp schreef een liederen- en psalmenboekje en Frits van Hall creëerde kleine reliëfs.
Nederlandse jongeren tussen de 16 en 19 jaar tekenden de afgelopen jaren verhalen van oud-Dachau-gevangenen op. Zij deden uitgebreid onderzoek, interviewden voormalige kampgevangenen of hun nabestaanden en bezochten de plekken waar zij gevangen zaten. In korte filmpjes vertellen jongeren hoe de verhalen hen hebben geraakt. In samenwerking met Amnesty International belichten ze ook het lot van drie hedendaagse politieke gevangenen.
Middelpunt van de expositie is een interactief monument voor alle Nederlandse gevangenen in Dachau. Het publiek kan daar zoeken naar de personen achter de kampnummers. Wat was hun naam, wanneer kwamen ze in Dachau aan, hoe is het hen daar vergaan? Het Verzetsmuseum nodigt bezoekers ook uit informatie over oud-gevangenen toe te voegen aan het monument, zodat een steeds rijker beeld ontstaat.
Geen nummers maar Namen, 23 april t/m 25 oktober in Verzetsmuseum Amsterdam