Recensie
Een museum dat zo’n beetje op de route ligt van de eerste etappe van de Tour de France wil natuurlijk aandacht besteden aan dat evenement. Maar wat als dat een museum vol treinen is? Dat een expositie over de belangrijkste wielerronde daar best op zijn plaats kan zijn, bewijst het Spoorwegmuseum in Utrecht met Parijs is nog ver.
Door: Evert-Jan Pol
De trein en de Tour de France lijken weinig verbanden te hebben, maar al aan het begin van de expositie blijkt dit een misvatting. Het traject van de eerste edities van de wielerronde, die sinds 1903 wordt verreden, liep gelijk aan dat van de Franse spoorwegen. Dit was een bewuste keuze, want de organisatoren verplaatsten zich per trein.
Maar de ligging van de route werkte ook gesjoemel in de hand. De nummers 1 tot en met 4 uit het eindklassement van de tweede editie, in 1904, werden gediskwalificeerd, omdat ze delen per trein hadden afgelegd. Een van de renners kwam zelfs eerder aan in een finishplaats dan de jury.
Het spoor bleef ook in latere edities een rol spelen. En niet altijd een positieve, zoals Nederlander Thijs Roks in 1953 ondervond. Hij was tijdens een etappe op weg naar de overwinning en misschien zelfs wel de gele trui, maar toen was daar een goederentrein. De meesterknecht moest wachten voor een gesloten spoorwegovergang en zag zijn ruime voorsprong, en daarmee zijn winkansen, in rook opgaan.
Roks maakte deel uit van de wielerploeg Locomotief. Die overigens niets met spoorwegen te maken had, maar alles met het gelijknamige fietsenmerk. Het museum belicht de ploeg in een wel heel toepasselijk decor: een stoomlocomotief uit de eigen collectie. Een ander passend podium is er voor de TI-Raleighploeg van Peter Post. Deze werd vanwege het grote succes in 1980 (de ploeg won elf ritten) de Posttrein genoemd. Dit team kan uiteraard alleen worden geëerd in een oude trein van de Posterijen.
De bij het onderwerp passende treinwagons zijn leuke details in een tentoonstelling die vol aardige vondsten zit. Op het perron, dat dienst doet als expositiezaal, staan vier kiosken, die elk een kleur trui vertegenwoordigen. De huisjes zijn behangen met truien die de leider van een bepaald klassement droeg. Zoals uiteraard enkele gele truien.
Alle getoonde shirts zijn ooit gedragen door Nederlanders, want die staan centraal in de presentatie, die het Spoorwegmuseum maakte in samenwerking met het Huis van de Wielersport en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Het museum vertelt een aantal heroïsche verhalen met Nederlandse renners in de hoofdrol. Zoals de passage over de geletruidrager Wim van Elst, die in 1951 een val in een ravijn overleefde. Zijn gehavende fiets is een van de originele objecten die te zien zijn. Foto’s en filmfragmenten illustreren deze geschiedenis verder.
Het opmerkelijkste object is misschien wel het paaltje met prikkeldraad waaronder Johnny Hoogerland in de Tour van 2011 belandde na een dramatische val. Het paaltje figureert op diverse foto’s in kranten en is hier in het echt te zien. De Ierse eigenaar, die het ooit opkocht samen met andere spullen, moest heel hard lachen toen het Spoorwegmuseum hem vroeg of hij het paaltje in bruikleen wilde geven. Gelukkig deed hij dat wel, want objecten als dit maken de expositie bijzonder boeiend, ook voor bezoekers die niet zoveel met de Tour de France hebben.
Parijs is nog ver, Nederlanders in de Tour, t/m 26 juli in het Spoorwegmuseum, Utrecht
Waardering: @@@@@@@@@@