Recensie
“Als u dit nu zou moeten kopen, betaalt u zeker 10.000 euro.” Wie weleens naar Tussen Kunst en Kitsch kijkt, hoort een dergelijk zin enkele keren voorbijkomen. Al dertig jaar lang ontdekken experts voor de camera bijzondere objecten die ‘gewoon’ bij de eigenaar thuis staan of hangen. Een selectie is nu tijdelijk te zien in Museum Flehite in Amersfoort.
Door: Evert-Jan Pol
Tussen Kunst en Kitsch in 101 ontdekkingen is georganiseerd ter ere van het zesde lustrum van het langslopende kunstprogramma op de Nederlandse televisie. De keuze voor het Amersfoortse museum ligt in de geschiedenis van het programma. In 2007 wijdde het museum een expositie aan de Albert Fiks (1908-1945), die dankzij Tussen Kunst en Kitsch weer in de belangstelling kwam. Enkele schilderijen van zijn hand doken namelijk op tijdens een opnamedag.
Expert Frank Welkenhuysen bracht de eigenaar in contact met Museum Flehite. Dat daarop de vergeten kunstenaar in de schijnwerpers zette. Zonder het televisieprogramma hadden we misschien nooit van hem gehoord. Met een kleine bonuspresentatie toont het museum aan dat dat onterecht zou zijn.
Dit feitje maakt duidelijk dat Tussen Kunst en Kitsch een factor van betekenis is, en een tentoonstelling is dan ook meer dan verdiend. Veertien inmiddels bekende experts selecteerden als gastconservatoren ruim honderd bijzondere (kunst)voorwerpen die zij de afgelopen jaren in het tv-programma taxeerden.
De boeiende en overzichtelijke tentoonstelling is net zo afwisselend als het programma waarop het gebaseerd is. De bezoeker ziet zeventiende-eeuws glas, juwelen, aardewerk, archeologische vondsten en werk van grote namen, zoals Pablo Picasso (1881-1973). Van hem hangen er twee rode aardewerken tegels met reliëf. Gezamenlijke waarde: 24.000 euro. Uiteraard is er ook de nodige kitsch aanwezig, maar dan wel verstopt in zaal 10.
Iedere expert bracht behalve fraaie objecten ook advies mee voor de bezoeker. “Antieke munten moet je nooit poetsen”, vindt archeologiedeskundige Mieke Zilverberg bijvoorbeeld. En Jaap Polak, expert niet-westerse kunst, wijst erop voorzichtig te zijn met objecten waar je weinig over weet. “Je kunt een enorm verlies lijden door het zomaar te verkopen.”
De eigenaar van een – zo later bleek – Jan Sluijters dacht wel goed na en ging niet in op biedingen van 80 euro op Marktplaats. Hij had het schilderij (Herfstlaantje in een boslandschap) uit 1907 gekregen van zijn tante, die het zelf niet mooi vond. Tijdens opnames in het Fries Museum kreeg hij te horen dat het werk zeker 18.000 euro waard is.
Geschonken kunstwerken blijken wel vaker kostbaar. Een Amsterdamse bakker kreeg jaren geleden een gouache met een Parijse voorstelling, in ruil voor brood. Zijn zoon nam het kleine maar sfeervolle werkje van Eugène Galien-Laloue (1854-1941) mee naar de Hermitage en weet nu dat het brood duur betaald werd (18.000 euro). Verhalen als deze zijn erg interessant, en het is daarom jammer dat die tot een minimum beperkt blijven. Meer achtergronden over herkomst waren zeker welkom geweest.
Wel weer heel mooi aan deze expositie is onder meer dat alle getoonde kunstvoorwerpen een waarde meekrijgen. Normaal is het in musea gissen naar wat iets zou kosten, mocht het te koop zijn. En zeg eens eerlijk: wie heeft zich dat tijdens een rondgang door museumzalen niet eens afgevraagd?
Tussen Kunst en Kitsch in 101 ontdekkingen, t/m 12 juli in Museum Flehite, Amersfoort
Waardering: @@@@@@@@@@