Recensie
Met zijn controversiële autobiografische roman Ik, Jan Cremer werd de titelpersoon in één klap beroemd. Toch schildert Cremer meer dan dat hij schrijft. En niet onverdienstelijk, blijkt weer uit de overzichtstentoonstelling die Museum de Fundatie wijdt aan de in Overijssel geboren kunstenaar.
Door: Evert-Jan Pol
Het vijfluik La guerre japonaise, te zien op de expositie, werd in 1960 verkocht voor 1 miljoen gulden. Maar het werk van Cremer (1940), die al zestig jaar schildert, levert niet altijd recordprijzen op. Rijksmuseum Twenthe kocht vorig jaar op een veiling in Stockholm Compositie uit 1959 voor ‘slechts’ 3600 euro. Lang niet iedereen kan Cremers kunst dus waarderen.
Iemand die wel al vroeg oog had voor Cremers schildertalent was kunstenaar Paul Citroen (1896-1983), die hem les gaf aan de Vrije Academie in Den Haag. Citroen kocht later enkele werken van zijn vroegere pupil. Twee daarvan maken deel uit van de expositie: het licht abstract-figuratieve portret Kop, uit de collectie van de Fundatie en het expressieve kleurrijke Vogelmoord (provincie Overijssel).
Expressief is een kenmerk van Cremers werk. Het lijkt in veel gevallen alsof de kunstenaar al zijn frustraties op het canvas heeft botgevierd. “Ik sodemieter verf op een doek, ik druip, spat, sla, schop, ik vecht met verf en soms win ik”, zei hij daar zelf ooit over. Hierdoor en vanwege de vaak monumentale formatie zijn veel doeken overweldigend. Ze laten niet makkelijk los en nodigen uit om vooral dichterbij te komen.
Menig bezoeker doet dat dan ook en een enkeling bekijkt en fotografeert de Cremers zelfs van opzij. Niet zelden zijn de schilderijen namelijk reliëfs van waaruit de klodders verf als in een 3D-film lijken te willen ontsnappen. Een goed voorbeeld is Woestijngevecht uit 1959, dat Museum de Fundatie vorig jaar aankocht. Het lijkt wel een uit papier-maché opgetrokken berglandschap.
De expressieve verfrijke techniek past Cremer ook toe in zijn zeeschilderijen, die hij de laatste jaren veelvuldig maakt. De golven spatten daardoor van het doek af. En komen bijna tot leven.
De op drie verdiepingen getoonde werken zijn veelal abstract, maar toch opvallend toegankelijk. Er is namelijk genoeg op te zien, zeker van dichterbij. De schilderijen zitten boordevol kleur. Alsof op de doeken verschillende groepen verf met elkaar in gevecht zijn geraakt en er enkele explosies hebben plaatsgevonden. Cremer in verf is een kleurrijk feest.
Cremer in verf, 1954-2014, t/m 23 augustus in Museum de Fundatie, Zwolle
Parallel aan de expositie loopt in Kasteel het Nijenhuis in Wijhe de foto-expositie Jan Cremer-Unseen Eye.
Waardering: @@@@@@@@@@