0
0
Nieuws
De Bacchant van Adriaen de Vries uit 1626 staat sinds gisteren in de Eregalerij van het Rijksmuseum. Het museum kocht het 109 centimeter hoge bronzen beeld eind vorig jaar voor 22,4 miljoen euro. Het is het eerste monumentale werk van de kunstenaar in een Nederlandse collectie.
De bronzen mansfiguur werd in 2010 bij toeval ontdekt op de binnenplaats van Schloss Sankt Martin (Oostenrijk). Daar stond het beeld al sinds ongeveer 1700. Na de dood van de kunstenaar in 1626 werd het waarschijnlijk door zijn Nederlandse erfgenamen verkocht.
Adriaen de Vries (1556-1626) geldt als van de belangrijkste beeldhouwer die Nederland heeft voortgebracht. Directeur Wim Pijbes noemt hem de Michelangelo van de Nederlandse beeldhouwkunst. “Het (werk) laat in één klap zien dat Nederlandse kunstenaars al vroeg in de zeventiende eeuw van wereldformaat waren. Het is daarom fantastisch dat wij dit beeld dankzij steun van vele particuliere en institutionele fondsen hebben kunnen verwerven voor het Nederlands kunstbezit.”
De in Den Haag geboren De Vries verwierf grote faam in het buitenland. Na een loopbaan in Italië en Duitsland werd hij in 1601 benoemd tot beeldhouwer van de Habsburgse keizer Rudolf II in Praag, de grootste kunstverzamelaar van zijn tijd. De Vries bleef tot zijn dood in Praag, waar hij werkte aan opdrachten voor vorsten in heel Europa.
Kunstkenners vonden Adriaen de Vries al langer een van de meest geniale en oorspronkelijke beeldhouwers ooit, maar het grote publiek leerde hem pas eind vorige eeuw kennen. In de periode 1998-2000 besteedden maar liefst vier musea (Rijksmuseum, Nationalmuseum in Stockholm, J. Paul Getty Museum in Los Angeles en Maximilianmuseum in Augsburg) aandacht aan zijn werk. De reizende expositie werd georganiseerd door de eerste drie. Mede dankzij die overzichtstentoonstelling worden De Vries’ bronzen nu alom gerekend tot belangrijkste beeldhouwkunst van zijn tijd.
Met de aankoop gaat een oude wens van het Rijksmuseum in vervulling. Al sinds de jaren 60 wilde het een sculptuur van De Vries toevoegen aan de verzameling, maar dit lukte steeds niet. Het nu aangekochte beeld dook al in 2011 op bij Christie’s in Londen, maar werd te elfder ure uit de veiling teruggetrokken. Het Rijksmuseum stond toen klaar om het aan te kopen. Drie jaar later lukte dit alsnog. De aankoop was mogelijk dankzij verschillende fondsen en een particuliere schenking.
