Recensie
De kunstliefhebber in het begin van de twintigste eeuw had het niet gemakkelijk. Was hij net een beetje gewend aan die eigengereide impressionisten, waren daar opeens de expressionisten. Die ook al de behoefte hadden alles anders te doen.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
De opkomst van deze stroming is het onderwerp van de tentoonstelling Wilden in Museum de Fundatie. De titel verwijst naar Nieuwe Wilden, een expositie in het Groninger Museum over Duitse neo-expressionisten in de jaren 80, waarmee de presentatie in Zwolle nauw samenhangt. En vermoedelijk slaat ze ook op het karakter van de ooit nieuwe en nogal ‘wilde’ kunst, die menigeen overrompelde.
Duitsland maakte voor het eerst kennis met het expressionisme door het werk van leden van de kunstenaarsgroeperingen Brücke en Der Blaue Reiter. Met hun compromisloze visie veranderden kunstenaars als Alexej von Jawlensky, Wassily Kandinsky, Emil Nolde, Ernst Ludwig Kirchner, August Macke, Franz Marc en Max Pechstein voorgoed het gezicht van de moderne kunst.
De stroming was een reactie op het impressionisme, dat de expressionisten gezapig vonden. Zij wilden niet de optische realiteit weergeven, maar juist de subjectieve ervaring van de mens in zijn natuurlijke omgeving. Dit deden ze met voor die tijd ongekend felle kleuren en krachtige vormen.
Het kleurgebruik kwam niet altijd overeen met de werkelijkheid. Zoals bijvoorbeeld blijkt uit drie portretten in de tentoonstelling. Een bekend werk van Paul Citroen is Portret van Heinz Aron uit 1922, dat opvalt door het groene gelaat, het roze oor en de rode lippen. Vier jaar eerder gebruikte Emil Nolde ook al groen voor een gezicht, dat van de Jonge geleerde. En in 1910 maakte Alexej von Jawlensky Meisje met rode strik. Ook zij heeft een groen gezicht en rode lopen, alsmede een roze blos op de wangen.
De Duitse kunsthistoricus Wilhelm Worringer gebruikte de term expressionist in 1911 als eerste. Hij verwees daarmee naar Henri Matisse en Vincent van Gogh. Die laatste gold als voorbeeld voor de kunstenaars van Brücke. Bij hem herkende zij het streven om met kleur en beweging een innerlijke beleving van de wereld te schilderen. Emil Nolde stelde in 1907 zelfs voor de naam Brücke te veranderen in Van Goghiana.
Die duidelijke link gaf de Fundatie de kans een van zijn pronkstukken aan de tentoonstelling toe te voegen: De molen ‘Le blute-fin’. Dat werk staat sinds 2010 definitief te boek als een echte Van Gogh. Tegenover het doek hangt een opmerkelijke versie van diezelfde voorstelling: geborduurd en met de achterzijde naar het publiek. Het hoort eigenlijk thuis op de expositie Rob Scholte’s Embroidery show elders in het museum, maar past hier ook prima. De warboel van garen bruist van expressie.
Dat geldt uiteraard voor al het aanwezige werk. Waarin het buitenleven een belangrijke rol speelt. De toeschouwer ziet een indrukwekkende ondergaande zon boven een vissershaven (van Max Pechstein), woeste bergen (Christian Rohlfs), een enorm dik aangezette boerderij (Karl Schmidt-Rottluff) en bonte stoeten met dieren (Heinrich Campendonck). Het heerlijke kleurrijke (natuur)geweld is een lust voor het oog.
Wilden – Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’, t/m 18 september in Museum de Fundatie, Zwolle
Waardering: @@@@@@@@@@