Museum Boijmans Van Beuningen toont in een expositie een serie prenten van de Duitse graficus, schilder en beeldhouwer Max Klinger. Een handschoen speelt daarin de hoofdrol.
De toen 21-jarige Max Klinger exposeerde in het voorjaar van 1878 in Berlijn een reeks tekeningen onder de titel Phantasien über einen gefundenen Handschuh (fantasieën over een gevonden handschoen). De jonge kunstenaar was geobsedeerd geraakt door een dameshandschoen, achtergelaten op een rolschaatsbaan in Berlijn.
De handschoen vormde de aanleiding voor tien prenten, gedrukt in 1881. We zien de handschoen als hij net wordt opgepikt, als onbereikbaar object van verlangen en als bron van verontrustende nachtmerries. De prenten rondom de handschoen vormen samen een van Klingers bekendste series.
Het Boijmans vulde voor de tentoonstelling in diens prentenkabinet de etsen aan met dertig andere prenten uit de eigen collectie. Een daarvan, Tote Mutter uit 1889, toont het indringende beeld van een jonge overleden vrouw in haar doodsbed, met op haar borst een zittend kind. Klinger vond de grafische kunst bij uitstek geschikt voor de fantasie en het vastleggen van de donkere kanten van het leven.
Al in zijn eigen tijd werd Klinger (1857-1920) bewonderd om zijn virtuositeit en tekentalent. Zijn werk was van diepgaande invloed op de generatie kunstenaars na hem. Hij wordt wel gezien als de schakel tussen het negentiende-eeuwse symbolisme en de vroege surrealisten uit de twintigste eeuw. Vooral de Grieks-Italiaanse schilder Giorgio de Chirico (1888-1978) was zeer onder de indruk van Klingers mysterieuze zeggingskracht.
Een handschoen – grafiek van Max Klinger, t/m 14 mei in Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam