Recensie
Een witte uit de kluiten gewassen knuffel staat op een podium achter een microfoon. Er klinkt muziek, maar het optreden begint nooit. Het vriendelijke broertje van de Yeti beweegt geen haartje. Net zo min als zijn drie soortgenoten elders in de zaal van het Stedelijk Museum. De Amerikaanse kunstenaar Stefan Tcherepnin heeft hen bevroren in de tijd.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Een bruine knuffel kijkt onderuit gezakt naar de televisie, een grijze staat met een stok in de hand op een klein eilandje en een rode ligt op de grond. Hoewel het lijkt alsof deze uitgeteld is na een zware avond doet de titel Crash Survivor vermoeden dat er toch iets ernstigers aan de hand is.
Wat eerst een onschuldig samenzijn van uit Sesamstraat weggelopen wezens leek, krijgt zo opeens een serieuze ondertoon. Wat is er precies gebeurd met het rode monster? Is hij wel in orde? En is de grijze knuffel misschien ook gestrand, zo alleen op zijn eilandje?
De achterliggende gedachte van Tcherepnin wordt echter nooit duidelijk. En heel belangrijk is dat eigenlijk ook niet. The Mad Masters, zoals de figuren heten, toveren een lach op het gezicht en vallen zonder twijfel ook in de smaak bij kinderen. Alleen jammer dat je ze niet echt mag knuffelen, want ze hebben een reusachtige aaibaarheidsfactor.
Stefan Tcherepnin: The Mad Masters, t/m 3 juni in Stedelijk Museum, Amsterdam
Waardering: @@@@@@@@@@