Recensie
“Zo’n grote schenking als deze heb ik in de twintig jaar dat ik hier werk nog niet meegemaakt”, vertelt conservator Dorothee Hansen aan de verzamelde pers in Kunsthalle Bremen. Ze heeft het over de 32 zeventiende-eeuwse Nederlandse schilderijen die zakenman Carl Schünemann vorig jaar schonk aan de Kunstverein in Bremen en daarmee aan de Kunsthalle. De topstukken zijn nu voor het eerst sinds tientallen jaren samen te zien.
Tekst: Evert-Jan Pol
Carl Schünemann stamt uit een belangrijke uitgeversfamilie in Bremen. Samen met zijn neef stond hij als derde generatie aan het roer van uitgeverij Carl Ed. Schünemann KG. Die geeft behalve kranten en tijdschriften ook boeken uit, waaronder literatuur over de Nederlandse schilderkunst uit de Gouden Eeuw. Niet zo vreemd daarom dat de uitgever ook graag kunst uit die periode verzamelde.
Slechts zelden kwamen afzonderlijke werken uit zijn collectie naar buiten. De serenade van Jacob Ochtervelt maakte het afgelopen jaar bij uitzondering deel uit van de reizende tentoonstelling Vermeer en de meesters van de genreschilderkunst. Die was achtereenvolgens te zien in het Louvre in Parijs, de National Gallery of Ireland in Dublin en de National Gallery of Art in Washington.
Dit topwerk heeft nu een mooie plek in de tentoonstelling Tulpen, Tabak, Heringsfang (Tulpen, tabak, haringvangst). Het is direct duidelijk waarom juist dit schilderij op reis ging naar drie musea. Ochtervelt speelde hierin perfect met licht-donkercontrasten. De dame die de serenade ontvangt, steekt met haar zilverkleurige jurk prachtig af tegen de verder donkere achtergrond.
Het doek hangt in de zaal met als thema Bürgersfrau und Bauernweib (burgervrouw en boerin), met genreschilderijen waarin vrouwen de boventoon voeren. In dezelfde ruimte hangt ook een aandoenlijke voorstelling van Adriaen van Ostade van een moeder met kind in een deuropening.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Van Ostade hoort met Jan van Goyen tot de grotere namen in de presentatie. Veel andere vertegenwoordigde Nederlandse meesters zijn in eigen land bij het grote publiek echter veel minder bekend. Philips Wouwerman bijvoorbeeld, was in zijn eigen tijd beroemder dan Rembrandt. Maar wie kent hem nu nog? In de Gouden Eeuw was hij de succesvolste Hollandse schilder van voorstellingen met paarden. Ook in Bremen is van hem een scène met deze edele viervoeters te zien.
De aanwezigheid van menig minder beroemde meester is een van de sterke punten van deze expositie in Kunsthalle Bremen. Ze bewijst dat de Gouden Eeuw veel meer talentvolle schilders heeft voortgebracht dan Rembrandt, Vermeer en Hals, om de usuals suspects maar even te noemen. Rachel Ruysch – de enige vrouw tussen alle mannen – was er ook. Zij was gespecialiseerd in stillevens en dan voornamelijk de bloemenvariant. Tussen andere (bloem)stillevens prijkt haar kleurrijke boeket met twee vlinders.
Vlakbij deze ruiker hangt ook een heel uniek stuk: het enige stilleven van Willem van Odekercken, die verder voornamelijk genreschilderijen maakte. Eveneens bijzonder is Hubert van Ravesteyns stilleven met noten, wijn en een pakje tabak. Dat pakje met opdruk is een zeldzaamheid in de zeventiende-eeuwse schilderkunst.
Werken als deze maken de verzameling van Schünemann tot een heel bijzondere. Kunsthalle Bremen kan dan ook met recht blij en trots zijn dat ze de collectie nu in huis heeft. En alleen al met deze 32 stukken kan ze een goed beeld schetsen van Nederlandse kunst uit de Gouden Eeuw, met landschappen, genreschilderijen, stillevens en zeestukken.
Voor liefhebbers van Nederlandse zeventiende-eeuwse schilderkunst is de tentoonstelling Tulpen, Tabak, Heringsfang daarom zeker een aanrader. Je moet er wel even voor naar Bremen, maar ook dat is absoluut geen straf. En daar wacht je dan ook nog een zeer uitgebreide expositie van Nederlandse en Vlaamse tekeningen. Maar daarover later meer.
Tulpen, Tabak, Heringsfang. Niederländische Malerei des Goldenen Zeitalters, 7 april t/m 26 augustus in Kunsthalle Bremen, Bremen, Duitsland
Waardering: @@@@@@@@@@