Hij zou dit jaar honderd zijn geworden; Melle Oldeboerrigter (1908-1976). Het Museum voor Moderne Kunst Arnhem wijdt daarom een overzichtstentoonstelling aan deze spraakmakende kunstenaar.
Als kunstenaar schafte Melle zijn familienaam Oldeboerrigter af omdat deze zo moeilijk te onthouden was. Maar ook zonder achternaam was hij zeer herkenbaar. Zijn latere werk wordt bevolkt door vele opmerkelijke figuren als hermafrodieten, oorlogsinvaliden en syfilislijders. Alom aanwezig zijn ook mannelijke en vrouwelijke genitaliën, opduikend op de meest onwaarschijnlijke plaatsen.
Niet iedereen was daarom gecharmeerd van zijn kunst. Het Stedelijk Museum weigerde in 1953 enkele werken omdat ze niet geschikt zouden zijn voor expositie. Enkele jaren later waren de geslachtsdelen in Melle’s werk aanleiding voor psychiater C. van Emde Boas om het werk te analyseren.
Melle, die model stond voor de schilder Kade in Gerard Reve’s De Avonden, had echter ook vele bewonderaars. Maar niet iedereen kon van hem kopen, zo blijkt uit een interview dat Ischa Meijer met hem had voor de Haagse Post van 16 februari 1972. Hij verkocht zijn werk liever niet aan rijke kunstverzamelaars. Peggy Guggenheim zou dat aan den lijve hebben ondervonden toen ze bij hem aanbelde. “De schilder is niet thuis”, riep hij haar toe.
Zijn totale oeuvre omvat penseeltekeningen, borduurwerken, pastels, litho’s en ruim 250 olieverfschilderijen. Een representatieve selectie daaruit is de komende maanden te zien in Arnhem.
De schepping van Melle, t/m 1 februari in Museum voor Moderne Kunst Arnhem