Het Natuurhistorisch Museum toont vanaf vandaag een beroemde ijsvogel. In maart van dit jaar kwam deze vast te zitten in ijs en overleed. Een foto van de vogel ging de hele wereld over. In het Rotterdamse museum is de vogel nu te zien, in ijs uiteraard.
De dertienjarige Christoph van Ingen ontdekte de fluorescerend blauwe dode vogel in een dichtgevroren sloot achter zijn huis in Oostzaan. Hij maakte er foto’s van en deelde deze online. Via social media, websites en kranten kreeg de onfortuinlijke vogel wereldfaam.
Dankzij de jonge vinder kon het museum de ijsvogel veiligstellen voor de collectie. De IJs-ijsvogel, zoals het het diertje heeft gedoopt, is tijdelijk te zien in het originele ijs. De vogel is opgenomen in de tentoonstelling Dode dieren met een verhaal. Daar heeft hij gezelschap van onder meer de CERN-marter en de verslikvis.
Het Natuurhistorisch Museum wil de IJs-ijsvogel zo lang mogelijk bewaren en exposeren in het originele ijs dat hem fataal werd. Met dat doel heeft het museum uitgebreid vriezers getest en een geschikte vriesvitrine gevonden. Hoe lang de vogel daarin te zien is, is onbekend, want het ijs zal hoe dan ook langzaam uitdrogen en doffer worden. Uiteindelijk zal het museum de ijsvogel daarom ontdooien en opzetten.
Hoewel de naam anders doet vermoeden, kan de ijsvogel bijzonder slecht tegen ijs. Als sloten dichtvriezen, kunnen ze namelijk geen vis meer vangen. Een strenge winter, of zelfs een korte periode met strenge vorst, heeft altijd een groot effect op de ijsvogelpopulatie. Dit jaar namen de aantallen lokaal zelfs met tachtig procent af.