Museum MORE wijdt vanaf 23 september een tentoonstelling aan de omstreden beeldhouwer Johan Polet. Een van de getoonde beelden is De Scheppende Wil. Het werk is voor het eerst voor publiek te zien, want na voltooiing verdween het direct in het depot.
Polet (1894-1971) maakte het in opdracht van gemeente Amsterdam, die het wilde schenken aan Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, ter gelegenheid van het nieuwe museumgebouw. Hij begon eraan in 1935, maar voltooide het pas in 1952. Maar toen was zijn imago aangetast.
In de Tweede Wereldoorlog werd hij namelijk lid van de Nederlandsche Kultuurkamer, een instelling van de Duitse bezetter waarbij iedere kunstenaar, schrijver, muzikant of podiumartiest die zijn of haar vak nog wilde uitoefenen zich moest aanmelden. Polet zou zelfs hebben overwogen naar Duitsland te emigreren om daar opdrachten te kunnen krijgen.
Toen De Scheppende Wil in 1952 eindelijk klaar was, stopte Museum Boijmans Van Beuningen het daarom meteen in het depot en haalde het er niet meer uit. Tot dit jaar dan. Museum MORE in Gorssel vond dat het tijd was voor een tentoonstelling over deze kunstenaar. Als beeldhouwer deed hij ertoe, vindt het museum.
Hij was een pionier met enorme invloed. Vooral in de periode 1920 tot 1935 werd hij vaak in een adem genoemd met John Rädecker en Hildo Krop, destijds de belangrijkste beeldhouwers van Nederland. Volgens Museum MORE behoren Polets figuren uit de jaren twintig tot de zeldzame goede voorbeelden van een Nederlandse expressionistische beeldhouwkunst.
Later kreeg Polet belangrijke openbare opdrachten, zoals het Domela Nieuwenhuis-monument in Amsterdam uit 1931. “Hoog op een sokkel met gebalde vuist, is het nog altijd een van de beste en meest gewaardeerde standbeelden van ons land”, aldus het museum op zijn site.
Johan Polet | Beeldhouwer, 23 september 2018 t/m 06 januari 2019 in Museum MORE, Gorssel