Een zwarte man zit in een treincoupé. Gezien zijn fraaie dure kleding is hij welgesteld. Wat tot verbaasde blikken leidt bij zijn witte medereizigers. Het schilderij met deze voorstelling is een van de verrassende voorbeelden van de kunstcollectie van het Spoorwegmuseum in Utrecht. Die soms nogal genegeerd wordt.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Het Spoorwegmuseum beschikt over een uitgebreide kunstcollectie, die onder meer bestaat uit negentiende-eeuwse schilderijen. In elk werk komt – niet verwonderlijk – een trein voor. Soms in de verte, soms dichtbij en niet zelden ook van binnen. Zoals in het al genoemde schilderij Zwarte man in coupé uit omstreeks 1875. Wie het schilderde, is onbekend, maar van de meeste andere creaties is wel duidelijk wie de maker was. De collectie bestaat uit werk van bekende en minder bekende kunstenaars.
De naam Constant Cap bijvoorbeeld, doet vermoedelijk bij weinigen een belletje (of treinclaxon) rinkelen. Deze Belgische schilder, die leefde van 1842 tot 1915 was in zijn tijd in eigen land echter een succesvol schilder. Hij maakte naam met anekdotische voorstellingen. In het Spoorwegmuseum hangen er twee, die samen een verhaal vertellen. Op het ene doek vraagt een heer van stand een vrouw ten huwelijk en op het andere is het pasgetrouwde paar op huwelijksreis. Beide gebeurtenissen vinden plaats in een trein. Dat voertuig is ook de locatie van lieflijke voorstelling met een moeder en kind, ook van Cap.
Andreas Schelfhout (1787-1870) is een grotere naam, die ook vertegenwoordigd is in de collectie. Hij kreeg internationale faam als schilder van romantische landschappen. Op het schilderij Panorama trein in landschap uit 1846 verwerkte hij een destijds zeldzaam modern element in zo’n landschap: een stoomtrein. Op het eerste gezicht is het een ‘gewoon’ landschap; een rookpluim in de verte, nabij de horizon doet echter de aanwezigheid van een trein vermoeden.
De toepasselijke locatie van deze andere kunstwerken is de uitgang van de presentatie De Grote Ontdekking. Die gaat over de begindagen van de spoorwegen in Nederland, eveneens in de negentiende eeuw. Maar tijdens die audiovisuele reis door de geschiedenis is zoveel te zien dat de bezoekers na afloop geen oog meer hebben voor de kunst.
Dat is jammer, vindt Evelien Pieterse, conservator kunst en cultuurgeschiedenis. Zij denkt erover om ooit een tijdelijke tentoonstelling te wijden aan de schilderijen. Zodat ze de aandacht krijgen die ze vindt dat ze verdienen.