De Duitse kunstenaar Friedrich Vordemberge-Gildewart (1899-1962) ruilde in 1925 twee van zijn doeken met Theo van Doesburg tegen diens Contra-compositie VI. Een van deze werken, Konstruktion No. 5, behoort sinds kort tot de collectie van Kunstmuseum Den Haag. Het museum kocht dat schilderij onlangs.
Friedrich Vordemberge-Gildewart schilderde niet, maar construeerde zijn schilderijen. Met behulp van potloodschetsen en geknipte stukjes papier bepaalde hij de kleur, de vormen en hun plaats in het geheel. Zo maakte hij in 1924 Konstruktion No. 5, een schilderij waarbij hij uit het platte vlak de helft van een houten bol naar voren liet steken. Het doek is gemaakt in zijn atelier in Hannover dat een jaar eerder nog werd gebruikt door de Russische kunstenaar El Lissitzky. Met hem deelde Vordemberge-Gildewart een grote belangstelling voor grafische vormgeving en ruimtelijke constructies.
In 1925 kwam het schilderij in het bezit van Theo van Doesburg via ruil, waarschijnlijk bij gelegenheid van de expositie L’art d’aujourd’hui in Parijs. Voor de jonge Vordemberge-Gildewart is de tentoonstelling zijn eerste publieke manifestatie in een internationale context. Hij ontwikkelde in deze periode sterke banden met Van Doesburg en andere kunstenaars van De Stijl, die, net als hij, vurige pleitbezorgers waren van een abstracte kunst. Vordemberge-Gildewart beperkte zich echter niet tot het primaire kleurenschema van rood-geel-blauw en paste in zijn werk diagonalen en driedimensionaliteit toe. Van Doesburg zag in hem een ideale bondgenoot in zijn confrontaties met Mondriaan, die nadrukkelijk koos voor het neoplasticisme en de rechte lijn.
In 1938 ontvluchtte Vordemberge-Gildewart, zoals veel avant-gardistische kunstenaars in die tijd, nazi-Duitsland en streek neer in Amsterdam. Op uitnodiging van Willem Sandberg nam hij in 1938 deel aan een grote internationale tentoonstelling van abstracte kunst in het Stedelijk Museum. Tijdens zijn Nederlandse periode, die duurde tot 1954, leerde Vordemberge-Gildewart meer invloedrijke kunstliefhebbers en kunstenaars kennen. Hij werkte bijvoorbeeld samen met architect Mart Stam en raakte bevriend met Max Beckmann, een Duitse schilder die eveneens naar Amsterdam was gevlucht.
Met de verwerving van Konstruktion No. 5 zegt Kunstmuseum Den Haag kruisverbanden zichtbaar te kunnen maken in zowel de eigen De Stijl-collectie als daarbuiten. De aankoop past bij de ambitie om de internationale context van de kunstbeweging beter voor het voetlicht te brengen. “In kunsthistorisch opzicht vervult Vordemberge-Gildewart een verbindende rol binnen het Europese netwerk van vernieuwende kunstenaars dat bloeide in de eerste helft van de twintigste eeuw”, aldus directeur Benno Tempel. “Hij bewoog zich in dezelfde artistieke kringen als Van Doesburg, Kurt Schwitters en El Lissitzky, en was een van de eersten die in de twintigste eeuw een volledig abstract oeuvre opbouwde. Konstruktion No. 5 biedt ons de mogelijkheid om dit verhaal van artistieke en culturele wisselwerkingen beter te vertellen.”
Konstruktion No. 5 is van 29 februari tot en met 21 juni te zien in de Mondriaan & De Stijl-vleugel van Kunstmuseum Den Haag, waar ook de Nederlandse jaren van Vordemberge-Gildewart aan bod komen. Te zien zijn onder meer ontwerpen voor luxe warenhuis De Bijenkorf, ontwerpschetsen voor het (nooit gebouwde) hoofdkantoor van de PTT in Den Haag en bruiklenen uit Museum Wiesbaden.
Deels gelijktijdig is in het naastgelegen GEM, museum voor actuele kunst, een tentoonstelling te zien ter gelegenheid van een prijs waarvan de kunstenaar naamgever is: de Vordemberge Gildewart Award (23 februari tot en met 5 april). Sinds 1983 wordt deze prijs jaarlijks uitgereikt aan een kunstenaar onder de 35 jaar in telkens een ander Europees land. De tien genomineerden van deze editie hebben in Nederland of België een opleiding aan een kunstacademie of hogere kunstopleiding genoten. De winnaar wordt zaterdag 22 februari bekend gemaakt.