0
0
Museum Prinsenhof Delft opent op 4 september de nieuwe collectiepresentatie Delftse Meesters. In kunst en wetenschap. Die biedt een overzicht van de meest toonaangevende Delftse meesters. In de opstelling zijn voor het eerst drie nieuwe aanwinsten en vier nieuwe bruiklenen samen te zien.
Binnen het genre portretten verwierff het museum twee nieuwe schilderijen van de Delftse schilder Michiel van Mierevelt, waaronder het portret van Ambrogio Spinola. In de zeventiende eeuw was Van Mierevelt de belangrijkste portretschilder in Nederland. Hij had zijn atelier vlakbij het museum op de Oude Delft waar hij vriend en vijand schilderde.
Voor het eerst in 400 jaar hangen Van Mierevelts portret van Ambrogio Spinola en dat van stadhouder prins Maurits straks naast elkaar. Zij waren elkaars rivalen in de strijd tijdens de Tachtigjarige oorlog. Ambrogio Spinola was opperbevelhebber van het Spaanse leger in de Nederlanden. Dankzij de verwerving van zijn portret kan het museum de Spaanse kant beter belichten.
De tweede aanwinst betreft een zelfportret van Michiel van Mierevelt terwijl hij zijn kleinzoon Jacob Willemsz. Delff II schildert. Met dit portret draagt Van Mierevelt symbolisch zijn atelier over aan zijn kleinzoon. Van Mierevelt was al op hoge leeftijd toen hij dit schilderij maakte. Vermoedelijk was dit een van zijn laatste werken. Het museum heeft het schilderij onlangs van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in langdurig bruikleen gekregen.
Met steun van Vereniging Rembrandt en de Turing Foundation kan Museum Prinsenhof Delft deze drie Van Mierevelts samen tonen. De organisaties stelden samen een bedrag beschikbaar om musea een hart onder de riem te steken in deze tijd van coronamaatregelen en hen de kans te bieden het publiek te verrassen met de rijkdom van hun eigen verzamelingen.
Een andere aanwinst is een grote voorstelling met een liefdespaar in een keuken met dood wild, gemaakt door de Delftse schilder Cornelis Jacobsz. Delff. Een keukenstuk, een genre waarmee Delff beroemd werd, ontbrak tot voor kort in de collectie. Volgens het museum toont het werk de kwaliteit van de Delftse schilderkunst uit het begin van de zeventiende eeuw. Het Prinsenhof kreeg dit werk van een particuliere schenker.
In de presentatie toont het museum ook het schilderij Man die een brief voorleest aan een vrouw van Pieter de Hooch, dat het langdurig in bruikleen heeft van De Kremer Collectie. Dit is een voorbeeld van interieurstukken die Delftse kunstenaars na 1650 veelvuldig schilderden. Door het gebruik van warme kleuren, doorkijkjes en de natuurlijke lichtinval creëerden ze een sfeer die karakteristiek is voor de bloeiperiode van de Delftse schilderkunst. Vooral Pieter de Hooch was hier gedreven in.
Verder staat de expositie ook stil bij het zeegezicht. Alhoewel Delft via Delfshaven een directe verbinding heeft met de zee, werd het genre van het zeegezicht hier niet vaak beoefend. In Delft vervaardigde zeegezichten zijn daarom zeer zeldzaam. Prinsenhof Delft noemt het daarom uniek dat het twee penschilderingen van Heerman Witmont kan laten zien. Beide werken tonen fluitschepen en andere driemasters op een woelige zee. Ook deze stukken zijn langdurige bruiklenen uit De Kremer Collectie.
“Een museumcollectie staat nooit stil en is altijd in beweging”, aldus directeur Janelle Moerman. “Met behulp van fondsen, het bedrijfsleven en particulieren kunnen we door aankopen, schenkingen en bruiklenen onze museumcollectie uitbreiden. Het is prachtig dat we dankzij hun steun nu in onze presentatie maar liefst zeven nieuwe werken kunnen tonen. We proberen op die manier de kwaliteit van onze collectie steeds sterker te maken zodat we onze verhalen nog aansprekender aan ons publiek kunnen vertellen.”
