Recensie
Een bezoekster kijkt om zich heen om zeker te zijn dat er geen suppoost in de zaal rondloopt en maakt vlug een foto van een schilderij. Om opstoppingen tegen te gaan is in Singer Laren fotograferen tijdelijk niet toegestaan. De vrolijke kleuren op het doek trekken de jonge vrouw echter zodanig aan dat ze het niet kan laten.
Tekst: Evert-Jan Pol
Het is begrijpelijk dat ze de verleiding niet kan weerstaan, want de schilderijen in de tentoonstelling Schilders van licht oefenen een grote aantrekkingskracht uit. En zeker Sluijters’ Café de Nuit – Café Olympia, Parijs, waarvoor de vrouw staat, straalt de bezoekers tegemoet.
Met zichtbaar plezier legde de Nederlandse kunstenaar in 1906 het nog vrij jonge elektrische licht in het Franse café op dit canvas vast. Piekfijn geklede dames en heren vermaken zich opperbest onder een kunstmatige fonkelende sterrenhemel.
Een jaar later ving hij dit nieuwe fenomeen nog feestelijker in zijn beroemde voorstelling Bal Tabarin, waarvan Singer Laren een voorstudie bezit. De jury van de eerder door hem gewonnen prestigieuze Prix de Rome kon de schilderijen niet waarderen en stopte Sluijters’ jaarlijkse toelage. “Quasi-schitterende, maar pijndoende kleurenwreedheid”, noemde de jury de voorstellingen.
De stiekem fotograferende vrouw denkt daar anders over en ook menig andere bezoeker blijft extra lang voor Café de Nuit staan. Het is dan ook een heerlijk en vrolijk stemmend schouwspel.
Als er één schilderij in de tentoonstelling is waarop de titel Schilders van licht van toepassing is, is het dit wel. Sluijters schilderde het licht op formidabele wijze. Het doek verlicht de zaal bijna in zijn eentje. Niet voor niets gebruikte Singer Laren juist dit werk als beeldmerk van de tentoonstelling. Het prijkt bijvoorbeeld op de omslag van de catalogus.
Sluijters was een van vele schilders die gefascineerd waren door licht, zowel natuurlijk als kunstmatig. De expositie is een kleurrijke reis langs het licht in veelal Nederlandse schilderijen. De Dam en sluizen aan de Achterzaan van Claude Monet is een van de weinige voorstellingen van een buitenlandse kunstenaar, maar dan wel één met Nederlands licht. Want kunstenaars van over de grens vonden dat vaak heel bijzonder.
In navolging van Monet en andere Franse impressionisten ontdekten de schilders van de Haagse School vervolgens ook het ‘eigen’ Hollandse licht. De kenmerkende wolkenluchten van Jan Hendrik Weissenbruch en de zonnige landschappen van Anton Mauve zijn daarvan mooie voorbeelden.
Trachtten Nederlandse kunstenaars eerst nog het licht zo natuurgetrouw mogelijk te vangen, stonden ze zichzelf later steeds meer experimenten toe. Zo introduceerde Jan Toorop het pointillisme in Nederland, een stijl die bestaat uit allemaal losse puntjes op het doek. In de tentoonstelling hangt een bijzonder voorbeeld van zijn hand: Vóór de werkstaking (Donkere wolken). Het is bepaald geen vrolijk werk, maar ondanks de donkere toon toch vrij kleurrijk. En de zonsondergang, die we ook in het echt vaak kunnen zien, is zeer goed getroffen.
Ook donker en kleurrijk is De zaaister van Herman Gouwe uit 1918. Een zaaiende vrouw is aan het werk op het land terwijl het licht zich als een soort aureool boven haar hoofd samentrekt. Het kleurgebruik geeft dit schilderij een bijna fluoriserend karakter.Je moet het vanaf de zijkant aanschouwen, wil je het goed kunnen zien.
De expositie toont aan dat licht in vele varianten komt. Van daglicht tot avondlicht en van kunstlicht tot innerlijk licht. En van Nederlands licht tot zuidelijk licht. In Singer Laren komt het allemaal voorbij.
De lichtreis begint in Nederland en voert via uiteenlopende landschappen en danszalen uiteindelijk naar de Méditerranée. Kunstenaars als Co Breman, Kees van Dongen, Leo Gestel en Charley Toorop zochten daar het gloedvolle licht rond de Middellandse Zee op.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Het idee voor de tentoonstelling is uit nood geboren. Vanwege de coronacrisis moest het museum een geplande tentoonstelling over Théo van Rysselberghe verplaatsen naar volgend jaar. Gelukkig beschikt Singer Laren over een dusdanige collectie dat het relatief snel een alternatief kon presenteren. De fraaie lichten uit de eigen verzameling vulde het aan met enkele mooie bruiklenen.
Met Schilders van licht bewijst Singer Laren dat het mogelijk is om in korte tijd en zonder kostbare bruiklenen een aantrekkelijke tentoonstelling te maken. Dat ze een noodgreep was, is nergens te zien. Doe mij nog maar een paar van zulke noodgrepen.
Schilders van licht. Monet tot Sluijters, t/m 10 januari 2021 in Singer Laren
Waardering: @@@@@@@@@@