Je zult als kunstenaar maar een schilderij van jouw hand ontdekken waar een andere naam onder staat. Het overkwam Marie Henri Mackenzie (1878-1961) enige malen. Museum Flehite in Amersfoort geeft hem de eer die hem toekomt.
Mackenzie was bevriend met zijn bekendere tijdgenoot George Hendrik Breitner van wie hij adviezen kreeg over kleurgebruik en onderwerpskeuze. Mackenzie was een groot bewonderaar van Breitners werk en met name in zijn beginjaren liet hij zich sterk door Breitner beïnvloeden. Met als gevolg dat zijn werk niet zelden werd aangezien voor dat van Breitner.
Volgens een anekdote zag Mackenzie op een dag vanuit de tram een van zijn werken in de etalage van een kunsthandel. Toen hij erheen liep, zag hij echter dat Breitners naam eronder stond. Soms werd Mackenzie zelf als Breitner-deskundige geraadpleegd en kwam vervolgens oog in oog te staan met een van zijn eigen doeken.
Met een overzichtsexpositie toont Museum Flehite aan dat Mackenzie wel degelijk een eigen stijl had. De tentoonstelling schetst een beeld van de stilistische ontwikkeling die de kunstenaar doormaakte. In de beginjaren was zijn werk vrij realistisch, maar later trad hij uit de schaduw van Breitner. Zijn werk werd steeds abstracter.
Op de expositie zijn onder meer Mackenzies voorstellingen van muurhuizen te zien, de typisch Amersfoortse huizen die gebouwd zijn op de fundamenten van de middeleeuwse stadsmuur. Vanaf 1931 was Mackenzie vaak in Amersfoort te vinden, waar hij veel van deze panden vastlegde. Museum Flehite is zelf in drie van dergelijke huizen gevestigd en de expositie is daarom een toepasselijke eerste tentoonstelling van het pas heropende museum.
Marie Henri Mackenzie (1878-1961) – Van grachtenpand tot muurhuis, t/m 13 september in Museum Flehite, Amersfoort