UNESCO, onderdeel van de Verenigde Naties, heeft onlangs de traditionele jacht met roofvogels erkend als wereldwijd cultureel erfgoed. Voor het Rijksmuseum is dat reden voor een presentatie van een dertigtal vijftiende-, zestiende- en zeventiende-eeuwse prenten uit de collectie over de valkenjacht. Voorstellingen van onder anderen Lucas van Leyden, Hendrick Goltzius en Hans Burgkmair de oudere laten zien hoe rijk de traditie van de valkerij is en hoezeer valkeniers tot de verbeelding spraken.
In het middeleeuwse Europa was de valkenjacht voorbehouden aan vorsten en edelen. Het werd een vorm van vermaak, verweven met het adellijke, hoofse leven. Het africhten en verzorgen van de vogels werd overgelaten aan valkeniers. Opvallend veel van die valkeniers aan Europese hoven waren afkomstig uit Nederland. Het dorp Valkenswaard in de Brabantse Kempen, op de trekroute van de slechtvalk, was eeuwenlang een belangrijke leverancier van vogels en valkeniers.
In de ruim dertig tentoongestelde prenten treden jagers met valken veelal op als hoofse minnaars, adellijke heiligen en ijdele losbollen. De presentatie wordt omlijst door enkele historische voorwerpen van de valkerij uit privécollecties van valkeniers.
De verlokkingen van de valkerij, t/m 15 oktober in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum, Amsterdam