Reportage
De dag begint nat en grijs, maar op het moment dat directeur Ann Goldstein het woord neemt, breekt de zon door. Alsof ook hij verheugd is over de boodschap die zij de pers en andere genodigden brengt over ‘haar’ Stedelijk Museum: “Good morning, we zijn open!”
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Na een renovatie die langer duurde dan gepland, wordt het museum zaterdag 22 september officieel geopend, door koningin Beatrix. De dag erop is het museum voor moderne en hedendaagse kunst en vormgeving weer voor iedereen toegankelijk. De entree bevindt zich aan het Museumplein, in de nieuwe spraakmakende vleugel, die in de volksmond al de badkuip heet. Het ontwerp van Benthem Crouwel Architekten vormt een groot contrast met het oude achterliggende pand uit 1895 en is een nieuwe blikvanger op het plein.
De nieuwbouw geeft het Stedelijk Museum de mogelijkheid de topstukken uit de collectie permanent te tonen. En ze krijgen alle ruimte. Een grote installatie van Tinguely heeft een van de zalen bijna geheel tot zijn beschikking. Ook andere werken komen goed tot hun recht in de royale opstelling.
Hoewel het museum lang was gesloten – sinds 2004 – voelt een rondgang vertrouwd. Alle favorieten, van kunstenaars als Mondriaan, Van Gogh, Picasso en Kandinsky, hangen er weer, op de plek waar ze thuishoren. En het onlangs gerestaureerde The Beanery van Edward Kienholz uit 1965 toont zich direct weer een publiekstrekker. Belangstellenden staan in de rij om het bruine café – waar de tijd stilstaat – te betreden. Een suppoost ziet er streng op toe dat slechts één persoon tegelijk naar binnen gaat.
De wens van Carolien Gehrels, wethouder kunst en cultuur van Amsterdam zou maar zo kunnen uitkomen. Ze spreekt de hoop uit dat het Stedelijk Museum weer snel een begrip wordt in Amsterdam “en wellicht in de wereld”.