Nieuws
Twee versies van Vincent van Goghs Zonnebloemen zijn vanaf morgen voor het eerst in 65 jaar samen te zien in de National Gallery in Londen. Het Van Gogh Museum heeft zijn versie voor de gelegenheid uitgeleend aan het Britse museum.
“Ik ben aan het schilderen met het enthousiasme van een Marseillaan die bouillabaise zit te eten, wat je niet zal verwonderen, wanneer het gaat om het schilderen van grote zonnebloemen.” Dit schreef de schilder in augustus van 1888 aan zijn broer Theo. De zonnebloemen bloeiden en Van Gogh legde ze vast in schilderijen. Omdat de bloemen snel verwelkten en hij in één bloeiperiode wel twaalf van zulke stillevens wilde maken, werkte hij er dagelijks aan.
De schilderijen waren bedoeld als decoratie van de logeerkamer voor Paul Gauguin, die naar Arles zou komen en zijn eerdere schilderijen van uitgebloeide zonnebloemen zo gewaardeerd had. Hij schilderde uiteindelijk vier van deze stillevens, maar slechts twee daarvan vond hij goed genoeg voor in de slaapkamer van zijn vriend. Begin 1889 maakte hij nog drie kopieën, waarvan de versie in het Van Gogh Museum er één is. De vijf geslaagde versies zijn verspreid over de wereld. De andere drie bevinden zich in Tokio, München and Philadelphia.
De versie van de National Gallery stamt uit augustus 1888. Het museum kocht het werk in 1924 van de familie Van Gogh. Het museum leende zijn Zonnebloemen vorig jaar nog uit aan het Van Gogh Museum, voor de expositie Van Gogh aan het werk. De National Gallery toont de twee Zonnebloemen tot en met 27 april.