Recensie
Vlinders. Zwarte vlinders. Overal zwarte vlinders. Een grote zwerm motten heeft enkele zalen van het Stedelijk Museum overgenomen. Ze zitten op muren, plafonds en zelfs op ramen. Kunstenaar Carlos Amorales nam ze vanuit Mexico-Stad mee naar Amsterdam en liet ze los in het museum waar hij nu een grote tentoonstelling heeft.
Tekst en beeld: Evert-Jan Pol
Het werk Black Cloud bestaat uit duizenden zwarte papieren vlinders. Het idee hiervoor kwam tot Amorales (1970) in een droom. Hij droomde over een kamer vol motten en vond dat een dusdanig sterk beeld dat hij de droom zelf uit liet komen. Hij knipte duizenden zwarte nachtvlinders uit papier en behing er zijn atelier mee. Ze volgen hem inmiddels overal waar hij komt en ‘vlogen’ zo al diverse musea over de hele wereld binnen.
De zwerm voegt zich telkens naar de architectuur van het gebouw dat hij bezet. Hoewel de vlinders dezelfde zijn, is het kunstwerk dat ze vormen daardoor steeds anders. Het moet een hels karwei zijn om ze allemaal stuk voor stuk te bevestigen. Maar het levert keer op keer een fascinerend schouwspel op.
Het werk is een van de blikvangers – met recht, want er is geen ontwijken aan – in Amorales’ eerste grote overzichtstentoonstelling in Europa. Dat die juist in Amsterdam plaatsvindt, is niet verwonderlijk, want daar woonde hij maar liefst twaalf jaar. In 1992 kwam hij naar de hoofdstad om er te studeren aan de Gerrit Rietveld Academie. Pas in 2004 keerde hij terug naar Mexico.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Zijn artiestennaam stamt ook uit zijn zijn Nederlandse periode. Eigenlijk heet hij Carlos Aguirre, net als zijn vader, die ook kunstenaar is. Omdat dezelfde naam voor twee kunstenaars verwarring kan scheppen, presenteerde hij zich in eerste instantie als Carlos A. Morales (Morales is de meisjesnaam van zijn moeder). Later maakte hij er Carlos Amorales van.
Zijn tentoonstelling in Amsterdam heet The Factory. Dat is een knipoog naar het legendarische gelijknamige atelier van Andy Warhol, waar deze samen met zijn entourage werkte. De veertien zalen in het Stedelijk hebben samen ook wel iets weg van een fabriek waar volop ruimte is voor experimenten. Telkens als je denkt: ‘O, dus dit is de stijl van Amorales’, volgt er werk dat weer geheel anders is.
De expositie begint met de prachtige lichtinstallatie Peep Show, met in de hoofdrol een figuur dat later terugkeert in kleurrijke ‘schilderijen’ van zijde (Orgy of Narcissus). Tekeningen, video’s en mixed-media-installaties zijn andere creaties die er samen voor zorgen dat Amorales’ kunst niet in één hokje te stoppen is.
(Tekst gaat verder onder de video)
In zijn kunst speelt hij vaak met het begrip auteursrecht. Geïnspireerd door massale productie en distributie van beelden in de media stelden Amorales en zijn team in de afgelopen vijftien jaar een beeldbank van duizenden digitale beelden samen. Op verzoek kan iedereen putten uit dit digitale Liquid Archive. En zelf maakt hij er ook gebruik van. Het figuurtje uit Peep Show en Orgy of Narcissus plukte hij bijvoorbeeld uit zijn archief.
Behalve zichzelf citeert de kunstenaar ook anderen. Met de interactieve installatie We’ll See How All Reverberates verwijst hij naar de mobiles van Alexander Calder. In plaats van kleurrijke abstracte vormen liet hij drumbekkens zweven, waardoor het kunstwerk een dubbelleven als muziekinstrument heeft. Een instrument dat je mag bespelen. In de zaal liggen twee drumstokken klaar voor een ieder die de muzikant in zich wil doen ontwaken. Schroom vooral niet; het mag echt!
Carlos Amorales – The Factory, t/m 17 mei 2020 in Stedelijk Museum Amsterdam
Waardering: @@@@@@@@@@