Nieuws
Uitgestrekte landschappen, zeegezichten, dorpsgezichten en stillevens; Groninger Reurt Jan Veendorp (1905-1983) verzamelde tijdens zijn leven meer dan 400 objecten. Een groot deel van zijn kunstcollectie begon gisteren aan een tour langs Duitse musea. Museum Behnhaus Drägerhaus in Lübeck trapt af.
Vier musea in Duitsland willen het publiek kennis laten maken met ‘typisch Nederlandse’ kunst uit de tweede helft van de negentiende en de eerste decennia van de twintigste eeuw. Dit was de periode waar Veendorp zich op richtte. Niederländische Moderne. Die Sammlung Veendorp aus Groningen bevat voor veel Duitsers onbekende of vergeten werken. Van kunstenaars als Paul Gabriël, Isaac Israëls, Johan Barthold Jongkind, Jacob, Matthijs en Willem Maris en Anton Mauve. De tentoonstelling vergelijkt de kunst ook met die van Duitse tijdgenoten.
De collectie bestaat uit schilderijen, aquarellen, tekeningen, prenten, (kleine) sculpturen en keramiek. Bij de keuze van zijn kunstwerken ging hij nooit over een nacht ijs en hij kocht veel werk op van – toen nog – onbekende kunstenaars. Aangezien hij geen ruim inkomen had, kon hij slechts met mate kunstwerken aankopen. Het meeste werk is om die reden dan ook van betrekkelijk klein formaat.
Veendorp doneerde zijn omvangrijke kunstcollectie doneerde aan het J.B. Scholtenfonds. Deze gaf haar in 1969 in langdurig bruikleen aan het Groninger Museum. Dat toonde van 2012 tot 2014 een selectie.
De expositie die nu door Duitsland reist is samengesteld door de Nederlandse kunsthistoricus en conservator Elise van Ditmars. In samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen schreef zij de Veendorp-catalogus die als basis diende voor de tentoonstelling in het Groninger Museum.
Die Sammlung Veendorp is tot en met 28 februari 2016 te zien in Museum Behnhaus Drägerhaus. Daarna reist ze door naar achtereenvolgens Museum im Kulturspeicher in Würzburg, het Augustinermuseum in Freiburg en het Suermondt-Ludwig-Museum in Aken.